2022 geraakt ondertussen op kruissnelheid. Vogelaars werken naarstig aan een jaarlijstje, gaan het veld in om atlasgegevens te verzamelen, of bereiden zich nu al voor op zomerse broedvogelprojecten. Of ze genieten gewoon van een frisse ochtendwandeling met de verrekijker of het fototoestel in aanslag. De goesting zit er weer helemaal in. Maar laat ons nog even terugblikken op de opvallendste vogelfeiten van 2021.
We starten de jaren tegenwoordig eerder grijs, warm en nat dan wit, koud en droog. We lopen wat gebukt onder de klimaatfrustraties, en we hebben vooral een kater van de klimaattop. Zo top zijn hun verwezenlijkingen niet… de wereldpolitiek zoekt vooral naarstig naar de laatste grote achterpoorten. We kunnen er niet omheen: de Aarde verandert. Gelukkig proberen sommige vogelsoorten zich - in de mate van het mogelijke - aan te passen maar voor de meeste is dat een onbegonnen taak. Eén van de meest opvallende aanpassingen is dat sommige trekvogels (zoals ooievaars) minder de neiging hebben om ver weg (bv. naar Afrika) te trekken. We zien dat ook bij zilverreigers, tjiftjaffen, zwartkoppen, ... We krijgen ook steeds minder noordelijke gasten (zoals Arctische ganzen) op bezoek omdat hun voedsel ook in het noorden in toenemende mate bereikbaar blijft. De bonte kraai, vroeger een vaste wintergast, is op waarnemingen.be een soort uit de zeldzaamste categorie geworden. Ze moeten niet meer het risico nemen om ver uit te wijken, dat vergroot hun kans op overleving en dat klinkt redelijk goed. Maar dat is de aangename kort-door-de-bocht redenering. De winters worden wel zachter, maar ons weer wordt vooral onstuimiger. Een onvoorziene winterprik (zoals die van eind februari 2021) kan voldoende zijn om grote aantallen vogels onderuit te halen die daar niet meer op voorzien zijn. Ze vallen plotseling zonder voedsel. Hevig noodweer (zoals de overstromingen in juli 2021) brengt niet alleen veel menselijke miserie, maar kost in de broedtijd aan talloze vogels, zoogdieren en planten het leven.
Vogels kijken en voederen
Dat is de eerste stevige beet in een zure appel. Maar die moeten we nemen, de mens heeft immers te goed geleerd om snel te vergeten. Net als alle natuurliefhebbers, doen vogelkijkers of -liefhebbers hun uiterste best om vogels te helpen om in dergelijke omstandigheden meer kans te bieden om te overleven en dat brengt ons naadloos bij de grootste publiekscampagne van Natuurpunt: het Grote Vogelweekend (dat plaatsvond op 30 en 31 januari). Als er één ding duidelijk is, is dat de Vlaanderen ondertussen sterk is besmet geraakt met, nee geen corona, maar met vogelverslaving: 2021 bracht ons van +40.000 naar +70.000 tuinvogeltellers. Alstublieft!
De aantallen vogels waren niet zo superindrukwekkend: door het zachte weer zagen we nauwelijks echte wintervogels. De huismus won het dan ook van de koolmees en de vink. Een kleurrijke kwinkslag was de verdere toename van de putter. Ben je in de aanloop naar de volgende tuinvogeltelling (29 en 30 januari) al in actie geschoten of twijfel je nog? Er rijzen al immers langer vragen of we er wel goed aan doen om vogels zo grootschalig te voederen en dit jaar werden er naar aanleiding van een Engels onderzoek bepaalde bedenkingen gepubliceerd. We zijn er echter van overtuigd dat, indien we alles met gezond verstand bekijken en doordacht met vogelvoeder omgaan, meer goed dan slecht doen. Voor onze tuinvogelliefhebbers volgen we de bevindingen van nieuwe studies uiteraard met argusogen.
Net na de tuinvogeltelling, begin februari, volgde wél die felle winterprik die alle kaarten herschudde. Vogels kregen het echt moeilijk: we lanceerden 5 tips om tuinvogels te helpen, dit werd het meest gelezen Natuurbericht van 2021.
Linksboven de voorlopige huidige atlasresultaten van zomertortel in vergelijking met (onder) de broedvogelatlas van 2000-2002. Rechtsboven de (voorlopige) huidige uitbreiding van de middelste bonte specht in vergelijking met (onder) de broedvogelatlas van 2000-2002.
Na die koudegolf bleef het tot ver in het voorjaar (zeg gerust mei) kil en grijs. De over ons heen zwalpende straalstroom was de grote boosdoener. Trekvogels moeten er niettemin door, tijdig de broedgebieden bereiken is immers hun belangrijkste opdracht. Naast veel natuurenergie en vogelzang brengt die voorjaarstrek ook wel altijd enkele verrassingen mee, zoals een Franklins meeuw in de IJzervallei eind april. Voor andere vogels is die trek dodelijk, vooral wanneer ze de landen ten zuiden van ons moeten doorkruisen. Het is helaas een oud zeer. Op 6 mei bereikte ons het bericht dat een gekleurringde Vlaamse wulp werd neergekogeld in Frankrijk. Een kaakslag voor de zware en dure inspanningen die in West-Europa worden ondernomen voor de bescherming van en onderzoek naar vogels. Het bericht viel op doordat het hier om een herkenbaar individu ging, maar vogelringers onder ons zijn er helaas al gewoon aan geworden: zeer veel van hun geringde vogels worden teruggemeld als slachtoffer van de jacht. Het kan echter anders: terwijl Frankrijk jaarlijks de in Europa bedreigde zomertortel traditioneel massaal afslacht, besliste de Raad van State op 11 september dat het niet langer is toegestaan om er op zomertortels te jagen. Nu hopen dat de implementatie ‘even vlot’ verloopt. Deze beslissing doet ons alvast dromen dat die opsteker ook voor andere soorten haalbaar is.
Honderden uiterst ervaren vogelaars trekken het veld in om gegevens te verzamelen voor de nieuwe Vogelatlas. De resultaten voor die zomertortel zijn deprimerend: het broedbestand van de soort boerde de laatste 20 jaar met 80 tot 90% achteruit. Gelukkig doen sommige andere soorten het beter, denk aan de onverwachte terugkomst van de grauwe klauwier als broedvogel, of de opmars van de middelste bonte specht, die 20 jaar geleden alleen in het Meerdaalwoud bij Leuven voorkwam, maar ondertussen een groot deel van Vlaanderen heeft veroverd.
We spelen als mens een grote rol in het behoud van broedvogels: zo is de nachtzwaluw op vele plaatsen terug aanwezig tengevolge van heideherstel. Een gemiste trein is die van de havencompensatie voor broedende sterns, want die falende compensatie leidde ertoe dat we vandaag nog maar 35% van de sternen overhouden in vergelijking met 2004. De grote stern zijn we daarbij volledig kwijtgespeeld als broedvogel. Een positieve kwinkslag is dat stevige investeringen in de uitbouw van Het Zwin in Knokke, ondertussen gelukkig soelaas biedt voor de terugkomst van de dwergstern als Vlaamse broedvogel.
Broedvogelvreugde
Gelukkig maar was er geregeld reden tot uitbundige broedvogelvreugde. Een intrigerende droom die de vorige jaren al leefde, werd dit jaar bekroond met de werkelijkheidsprijs: voor het eerst sinds zeer lang broeden er terug kraanvogels in België. De kraanvogeljongen Gru en Dru werden op 30 april geboren in de Vallei van de Zwarte Beek. In augustus vlogen de jongen samen met hun ouders rond. Begin september trokken ze (vermoedelijk via Nederland) naar Duitsland om van daaruit de najaarstrek aan te vangen. Deze indrukwekkende gebeurtenis bracht het belang van veenherstel (ook voor o.a. de watersnip) meer dan ooit en loepzuiver in beeld.
De oehoe is een andere vogelsoort die opnieuw uitbreidt, maar dankzij meer beschikbaar biotoop op een veel grotere schaal. Naar schatting bedraagt de Belgische populatie nu ca 220 broedpaartjes, waarvan 40 tot 50 in Vlaanderen.
Het Donkmeer in Berlare mocht dit jaar host zijn voor twee zeldzame broedvogels: zowel de kwak als de zwarte wouw kwamen er tot broeden en met succes: bij beide vlogen er jongen uit.
Een paartje hoppen ondernam een geslaagd broedgeval en deed de zomer wat warmer lijken in het Hageven in Pelt. Er vlogen drie jongen uit. Verder was de Belgische zomer goed voor zo maar eventjes 196 broedparen van ooievaars. Er vlogen minstens 234 jongen uit, maar met gemiddeld slechts één jong per nest mogen we de reproductie zeer zwak noemen.
Minder goed verging het een paartje grauwe kiekendieven dat terug een broedpoging ondernam bij Vleteren, maar dit jaar helaas zonder succes. De felle regens eind juni hadden het nest volledig doorregend en de ouders hadden de broedplaats verlaten.
De zomer had nog een andere verrassingen in petto: een enorme invasie van roze spreeuwen, die via het zuidoosten Zuid-Europa had bereikt, zorgde vanaf 1 juni voor meerdere waarnemingen in België met soms enkele individuen samen. Roze spreeuwen zijn slechts uitzonderlijk te zien in ons land, laat staan in zomerkleed.
Na de mededeling van BirdLife International (in oktober), dat 1 op de 5 Europese broedvogelsoorten (met uitsterven) is bedreigd, verscheen op 16 november een nieuw rapport dat de enorme afname van vooral algemene broedvogels verder toelichtte. Deze studie maakt duidelijk dat 1 op de 6 individuen van onze Europese broedvogels de laatste 40 jaar zijn verdwenen. De meeste slachtoffers vielen daarbij onder … de huismus, gevolgd door vroeger zeer algemene soorten als de gele kwikstaart, de spreeuw en de veldleeuwerik.
Beter nieuws uit eigen land, waar Elia verder blijft inzetten om de voor vogels meest gevaarlijke hoogspanningslijnen veiliger te maken door ze te bebakenen met zogenaamde vogelkrullen. Deze vrij simpele maatregel levert verrassend goede resultaten op, dat bleek nogmaals na monitoring door Natuurpunt-vrijwilligers.
Zeldzaamheden
Naar het einde van het jaar toe werden vogelkijkers en –fotografen extra verwend door enkele pittige zeldzaamheden die minstens tijdelijk aanwezig bleven. Op 25 november werd er een bastaardarend ontdekt bij Moerbeke. Tot 3 december bleef hij in de buurt aanwezig en het lijkt erop dat hij nu de Nederlandse Delta heeft opgezocht, al blijft de vogel zeer moeilijk te traceren.
Op 1 december zat het schot echt in de roos, de eerste Ross Meeuw voor België werd ontdekt in Nieuwpoort. Tot op heden laat deze Hoog-Arctische soort zich dagelijks van zeer nabij bekijken op en langs de leuningen van de westelijke pier. We kunnen gerust stellen dat dit de meest bekeken vogel van 2021 is geweest. Al even verrassend dan deze ontdekking, is dat er tijdens de eerste zoekactie naar deze vogel meteen een tweede exemplaar werd ontdekt in Zeebrugge.
Afsluiten doen we met een andere meeuw: de ringsnavelmeeuw, een Amerikaanse dwaalgast, die op 27 december ons land bereikte en tot op vandaag in de buurt van het Spaarbekken van Eeckhoven in Rumst verblijft. Het bleek een oude bekende, want in 2012 bezocht deze nu 19 jaar oude vogel de Limburgse Maasvallei.
Uitkijken voor vogelgriep
Eind december brak er in West-Europa, waaronder ook Nederland en België, een zeer agressieve vorm van vogelgriep uit (met uitbraken in West-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg). Mensen die (meerdere) dode (vooral water)vogels vinden, dienen contact op te nemen met het FAVV.
Meer informatie over de huidige toestand kan je hier vinden.
Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief