
Vogels gebruiken het voedsel dat je aanbiedt als aanvulling op wat ze in de natuur vinden. Vooral in de winter is er minder voedsel te vinden. Vogels zijn dan aangewezen op de extra's die ze in je tuin vinden. Maar vogels kunnen je hulp het hele jaar door gebruiken, denk maar aan bijvoorbeeld het broedseizoen of de zomerhitte. Voorzie het hele jaar door water, kruimels en fruit, aangevuld met een specifiek vogelvoer dat aansluit bij het seizoen.
Meer voederplekken, meer soorten
Sommige grotere vogels, zoals merels en duiven, jagen kleinere soorten weg omdat de voederplaats deel uitmaakt van hun territorium. Je kan kleine vogels meer kansen geven door op verschillende manieren en op verschillende plekken voer aan te bieden. Voor de roodborst is een voedertafel aangewezen. Je kan het voer ook in een beschermkooi plaatsen.
Kijk ook naar de kwaliteit van je vogelvoer, dat kan hard verschillen. Gezond voer zorgt voor gezonde vogels.


Jouw gids voor een tuin vol blije vogels
Een gids vol praktische tips om vogels te voederen, en je tuin vogelvriendelijk in te richten. Met handige zoekkaart om je tuinvogels vlot te herkennen.
Winter
De winter is de meest aangewezen periode om de vogels in je tuin te voederen. Insecten verdwijnen onder de grond. Bessen zijn geplukt. Regen en sneeuw maken het moeilijk om zaden te vinden. Bovendien zijn de dagen korter en is er dus minder tijd om voedsel te zoeken.
In de winter mag je een heel seizoen lang voederen, want dan kunnen vogels alle steun gebruiken. Van december tot april voorzie je vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas, halve kokosnoten …) en mag je voedertafel goed gevuld zijn. Voeder liefst ‘s ochtends of in de vooravond. Vogels hebben een stevig ontbijt nodig. Ook in de late namiddag zoeken ze naar voedsel om de nacht door te komen.

Wat?
-
Voorzie verschillende soorten vogelvoer, zoals zaden, pindaslingers en pindakaas, vetbollen, appels, rozijnen en havermout.
-
Hoe meer soorten vogelvoer, hoe meer soorten vogels je aantrekt.
-
Vetrijke producten zoals vetbollen en halve kokosnoten geef je enkel wanneer het vriest.
-
Voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, geef je best niet in kleine stukjes.

Wat niet?
-
Voeder niet te veel tegelijk, zo vermijd je schadelijke schimmels en trek je geen ongedierte aan.
-
Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt. Geen brood of kaas. Geen margarine of boter, die werken als laxeermiddel en kunnen fataal zijn.
-
Geen plastic netjes, gebruik liever voedersilo's. De onnodige plastic netjes worden vaak verspreid in de natuur wanneer ze leeg zijn. Ook bestaat het gevaar dat vogels verstrikt raken in de netjes.

Laat uitgebloeide planten staan
Laat je tuin gerust 'rommelig' voor de winter. Veel mensen snoeien hun planten in deze tijd, maar het is juist beter om oude stengels en uitgebloeide bloemen te laten staan. Ze bevatten vaak nog voedzame zaden waar vogels van smullen. Laat je je uitgebloeide zonnebloemen staan? Dan is de kans groot dat de groenling op bezoek komt.

In de lucht en op de grond
Veel vogelsoorten zoeken hun voedsel op hoogte. Plaats een voederplek op minstens 1,50 meter hoogte, buiten bereik van katten. Een overdekt voederhuisje beschermt het voer tegen regen en sneeuw, terwijl een open voederplank makkelijk toegankelijk is. Je kunt een voederhuisje kopen bij Natuurpunt of er zelf een maken.
Maar ook veel vogels, zoals vinken en merels, zoeken hun voedsel op de grond. Een sneeuwvrije plek bij struiken of een haag is ideaal, zodat ze snel een schuilplaats hebben bij gevaar.
Lente
In de lente zijn tuinvogels druk in de weer met het bouwen van hun nest en zoeken ze natuurlijk voedsel voor de jongen. Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten. Geef bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda’s bied je nu beter niet meer aan.

Zomer
In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben. Help hen door bloeiende planten in je tuin te planten die insecten lokken. Voorzie ook plekken waar takken, bladeren en maaisel gewoon mogen blijven liggen.

Herfst
In de herfst zoeken vogels actief naar een voedselplek voor de winter. Door nu te voederen, weten ze dat ze in de winter in jouw tuin terecht kunnen. Enkel als het al erg koud wordt, kan je vetbollen en pindaslingers aanbieden.

Zet ook water klaar
Water is voor vogels even belangrijk als voedsel, net als voor ons. Voorzie dus zeker een drinkplek in je tuin.
- Zet een ondiepe schaal, zoals een soepbord, op een open, overzichtelijke plek in de tuin.
- Vul je vogelbad regelmatig met vers water.
- Reinig het vogelbad af en toe met heel heet water en een borstel. Gebruik geen chemische producten of zout!
Wie eet wat?
Elke vogelsoort heeft zijn favoriete kostje, en plekje om te eten. Kijk goed welke vogels jouw tuin bezoeken, en pas het voederaanbod aan je gasten aan. Of misschien kan je nieuwe vogelsoorten naar je tuin lokken als je weet wat ze graag eten, en waar.

Meesjes
Koolmees, pimpelmees, matkop, kuifmees, zwarte mees, staartmees, groene specht en halsbandparkiet.
Wat: Vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.
Waar: Op de voedertafel, voederbuis, opgehangen in bomen of struiken.

Boomliefhebbers
Specht, boomklever en gaai.
Wat: Ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten.
Waar: Eventueel vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plek.

Insecteneters
Winterkoninkje, heggenmus en roodborstje
Wat: Universeel voer, bessen, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout.
Waar: Op de grond, sneeuwvrij, mag ook beschut onder heggen en struiken.

Mus en vink
Huismus, ringmus, sijs, distelvink, vink, keep, groenling, appelvink, houtduif en Turkse tortel
Wat: Onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten.
Waar: Op de grond, voedertafel, voederbuis.

Grote tuinvogels
Zwarte kraai, kauw, ekster, merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw en grote lijster
Wat: Gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen.
Waar: Op de grond, sneeuwvrij, een open plek met beschutting dichtbij.

Inspiratie
Door te variëren met vogelvoer, van vetbollen en pindaslingers tot zadenmixen en zelfgemaakte lekkernijen, kun je verschillende vogelsoorten aantrekken.
Er bestaan veel verschillende soorten voedersilo's, -tafels en -huisjes. Maar het kan ook eenvoudig. Smeer bijvoorbeeld wat pindakaas op een boomstam voor de grote bonte specht. Plant besdragende planten in je tuin. En laat uitgebloeide bloemen staan, zoals zonnebloemen, distels, asters en zonnehoed. Mezen, vinken en mussen zijn er dol op.
Daarnaast kun je voederplekken origineel inrichten, bijvoorbeeld met hangende decoraties, natuurlijke materialen of verrassende voederstations zoals oude kopjes of houten ornamenten. Met een beetje fantasie kun je niet alleen vogels blij maken, maar ook een gezellige en persoonlijke sfeer creëren in je buitenruimte.
Zelf vetbollen maken
- Smelt 0,5 kg ongezouten vast vet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet te heet.
- Voeg er al roerend een mengsel van ca. 170 g zaden en pitten aan toe. Kies het vogelvoer van je favoriete vogels.
- Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton, een theeglas of een halve kokosnoot.
- Voordat de brij stolt, leg je er een stevige katoenen draad in die er ruim bovenuit steekt (om de vetbol op te hangen).
- Zodra de massa hard is geworden, kan je hem ophangen.
- Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Hou een glas of blik even in heet water, dan komt de vetbol gemakkelijk los.
Vaak gestelde vragen over vogels voederen
Worden vogels niet afhankelijk van het bijvoeren?
Vogels die bijgevoerd worden, worden hier niet afhankelijk van want ze vertrouwen niet op één voedselbron. Uit onderzoek blijkt dat vogels die bijgevoerd worden gemiddeld maar zo’n 20% van dit voedsel op hun menu hebben. Vogels houden van een gevarieerd menu en vullen het strooivoer aan met eten dat ze zelf vinden in de natuur.
Waar moet ik op letten bij het voeren van pinda’s en pindakaas?
Pindakaas en pindanoten bevatten voedingsstoffen die vogels nodig hebben wanneer het vriest of sneeuwt. Ze bevatten ook zout en dat is ongezond voor hen. Om zeker te zijn, voeder je de vogels beter zoutloze pindakaas (of andere notenpasta), die je kan kopen in de Natuurpunt Winkel. Of meng een kleine hoeveelheid pindakaas met strooivoer en smeer dat op de bast van een boom. Daar zullen de boomklever en grote bonte specht zeker van smullen. Meestal wordt geadviseerd ongebrande pinda’s aan vogels te voeren. Dit is het meest natuurlijke.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief