Marterschuilplaatsen

Afbeelding
marterschuilplaatsen
NP

Steenmarters gebruiken tal van schuilplaatsen en verplaatsen zich regelmatig doorheen hun leefgebied. Ze wisselen regelmatig van plek en elke steenmarter bezit gemiddeld een tiental schuilplekken. Afhankelijk van de voedselsituatie en andere factoren verblijven ze langere of kortere tijd op eenzelfde plek. Aan de keuze van een nestplaats gaan meerdere verkenningen vooraf. Eens de keuze is gemaakt, verblijft het steenmarterwijfje op de nestlocatie totdat de jongen groot genoeg zijn om de nestplek te verlaten. Enkel wanneer ernstig gevaar dreigt of zware verstoring optreedt, kan het gebeuren dat het wijfje de jongen naar een veiligere plaats brengt.

Afbeelding
dagrustplaatsen
Alterra
Overzicht van de dagrustplaatsen van drie steenmarterwijfjes in een dorp. © Alterra

Leegstaande gebouwen en weinig gebruikte ruimten van woonhuizen, bedrijven en boerderijen bieden doorgaans een veilige schuilplek aan de steenmarter. Dat komt vaak omdat natuurlijke schuilplaatsen schaars zijn – zeker in verstedelijkt gebied. Door de steenmarter alternatieve schuilplaatsen te geven in tuinen en parken en op braakliggende terreinen, kunnen we helpen om te voorkomen dat ze hun intrek nemen in onze woningen.

Marterhoop

Heb je kap- of brandhout of overschot van snoeihout dan kan je een houtstapel als schuilplek inrichten. Een ideale houtstapel bezit onderin meerdere holle ruimten met eventueel wat nestmateriaal erin (droge bladeren, hooi, stro, …). Hij wordt opgebouwd uit meerdere lagen van dun en dik snoeihout zodanig dat het onderste deel steeds droog blijft. Men kan de hoop ook afdekken met een waterdichte folie en daarover een grondlaag aanbrengen. Doorgaans is zo’n stapel 2 à 3 meter hoog, maar hou er bij de bouw rekening mee dat die na enkele maanden inzakt. Je kan het ook op en rond enkele houten paletten stapelen, waardoor vanzelf openingen overblijven. 

Een klein schuurtje met in een hoekje een stapel balen hooi of stro is ook geschikt. Ze worden zo gestapeld dat erin een ruime warme holte overblijft.

Afbeelding
schuilplaatsen
Driekwart Groen
Afbeelding
marterhuis
Altrock et al.
Nestkast in marterhoop: 1. nesttoegang (buis), 2. kastingang (tochtvrij), 3. tussenwand, 4. slaapruimte, 5. nestmateriaal, 6. afdeklaag takken, 7. waterdichte folie, 8. afdeklaag grond. © figuur Altrock et al.

Marterbuis

De marterbuis bestaat uit één of twee buizen (ø > 6 cm) die naar een kunstmatige nestholte leiden. Voor de nestholte kan je gebruik maken van een nestkast (zie ‘steenmarternestkast’) of een zelf gemaakte constructie. Voor de nestplek lenen zich o.m. houten kisten, oude kuipen en beschadigde of uit gebruik genomen betonbakken, waterputten, compostvaten en bloempotten waarin – zo nodig – langszij een gat wordt geklopt of gezaagd. Je kan ook een bouwsel maken met stenen of houten platen. Op de bodem wordt een goed drainerende zandlaag of een op stenen stutten geplaatste betonplaat gelegd, waarop aanvullend wat nestmateriaal kan worden gestrooid.

Afbeelding
marterbuis
Claas Janssen (Nimrods)
Afbeelding
marterbuis
Claas Janssen (Nimrods)

Steenmarterkast

Niet iedereen heeft plaats voor een schuurtje of een grote houtstapel in zijn tuin. Daarom voerde Natuurpunt in 2015 met de steun van het Agentschap voor Natuur en Bos en Vivara een vergelijkende studie uit om na te gaan of steenmarters gebruik maken van nestkasten. Op verschillende plaatsen zijn diverse prototypes van nestkasten naast elkaar geplaatst om na te gaan of ze die gebruiken en welk type ze verkiezen.

Voorlopig kan je gebruik maken van een marterkast die door de Zoogdiervereniging werd ontworpen en getest. Download hier een bouwtekening van een steenmarternestkast. Je kan zo’n nestkast ook kant en klaar aanschaffen bij Vivara.

Bekijk hier hoe de nestkast werkt.

Afbeelding
nestkast
Wesley Overman (Zoogdiervereniging)

Marterzolder of -kelder

Het idee van een marterzolder en -kelder wordt momenteel nog onderzocht. Het bestaat uit een vrij grote, goed geïsoleerde bak die op zolders en in (hoge) schuren wordt geplaatst (marterzolder) ofwel in een rommelhok of droge kelder wordt opgesteld of onder het hooi in een hooischuur wordt geschoven (marterkelder). In het laatste geval moeten tussen de onderste hooibalen smalle loopgangen worden uitgespaard of buizen worden gelegd die naar de marterkelder leiden. De constructie heeft veel gelijkenis met een grote, platte nestkast maar is rondom goed geïsoleerd, zodat het goed warm is in de zolderkast. De constructie kan ook in een zolderruimte worden uitgetimmerd of aan een houten plafond worden opgehangen.

Afbeelding
hooizolder
Vosse (Belgium digital)

Overhoekjes en stapelplekken

Mensen met een grote tuin hebben meestal een wat afgelegen en rustig tuinhoekje waar tuinafval, brandhout, stenen en afgedankt constructiemateriaal wordt gedeponeerd. Dergelijke plekken lenen zich uitstekend voor een schuilplek voor steenmarter, vooral wanneer de materialen wat wanordelijk en lukraak worden gestapeld.

Dat geldt evenzeer voor oude stalletjes, tuinhuisjes, schuurtjes en ruïnes die nog weinig functionaliteit hebben en hooguit als stapelruimte dienstdoen. Door zulke plekjes te behouden en geheel of gedeeltelijk te laten overgroeien, worden ze zonder veel inspanning voor de steenmarter geschikt.

Afbeelding
verlaten hoeve
Driekwart Groen