Broedvogelinventarisaties in onze natuurgebieden

Vogels zijn een geliefd natuurbeschermingsobject. Ze zijn relatief gemakkelijk te inventariseren en daardoor worden ze vaak gebruikt  als indicator voor de natuurwaarde van een gebied. Een aantal leden van onze studiewerkgroep zijn reeds vele jaren actief bezig met het bestuderen van vogels en jaarlijks voeren zij verschillende broedvogelinventarisaties uit.

In 2012 werd AVIMAP gelanceerd. Het is een digitaal platform waarmee vrijwilligers broedvogels in kaart kunnen brengen. Per broedseizoen worden er een aantal inventarisatierondes in een vooraf gekozen gebied uitgevoerd. De waargenomen vogelsoorten worden met de bijhorende broedvogelcode ingetekend op een kaart. Er bestaat een handige APP die toelaat de gegevens via de smartphone of tablet rechtstreeks op het terrein in te voeren. Later berekent Avimap aan de hand van de ingevoerde gegevens hoeveel territoria aanwezig zijn.

Met Avimap worden door de werkgroep broedvogelinventarisaties uitgevoerd in de volgende gebieden: de Kreken van Saleghem, de Grote Geule en de Kieldrechtse watergang.

Broedvogelinventarisaties Kreken van Saleghem

  • De kreken van Saleghem, een gevarieerd gebied

Kenmerkend zijn open water, met riet begroeide oevers, moerassige bosjes, stroken grasland, knotwilgen, ruigte,  jong bos ( struikvorming  en jonge bomen)  en  enkele  (kleine) oudere bospercelen. We kunnen er vertegenwoordigers verwachten van heel wat vogelgroepen: zangvogels, spechten, eenden, futen, reigers, rallen, roofvogels en zelfs steltlopers. De verschillende soorten broedvogels komen echter niet willekeurig in het gebied voor, maar kiezen welbepaalde zones die voor hun territoriaal gedrag en hun wijze van nestbouw en zoeken van voedsel geschikt zijn.

  • Rietkragen = belangrijk voor rietvogels

Door de aanwezigheid van mooie rietkragen is het gebied vooral interessant voor rietvogels. Het aantal soorten in een rietveld of in een waterpartij hangt vooral af van de  structuur van de plantengroei. Het al dan niet voorkomen van zuiver riet (nieuw of overjarig), riet in diep water (max 1 m) , verruigd rietland, struikopslag, open plaatsen met ondiep water, slikrandjes en grasland zal een directe invloed hebben op de vogelsoorten in het gebied.

Kleine karekiet en Winterkoning zijn hier het talrijkst aanwezig. Verder kan je hier ook Blauwborst, Bosrietzanger, Cetti’s zanger, Rietgors en Rietzanger waarnemen. De Bruine kiekendief is  in het Krekengebied van Saleghem een regelmatige broedvogel maar de laatste jaren  hebben we geen juvenielen waargenomen. De winterkoning broedt niet alleen in bosjes maar we vinden hem ook in de rietkragen. Regelmatig riet maaien met afvoeren van het maaisel en het kappen van struiken in de rietkragen  is noodzakelijk om onze rietvogels te behouden.

  • Zangers, mezen, vliegenvangers en lijsters

Met aantallen die schommelen rond de 20 territoria zijn Tjiftjaf, Zwartkop, Koolmees en Merel het sterkst vertegenwoordigd.  Het aantal  territoria voor soorten zoals Fitis, Tuinfluiter, Spreeuw, Groenling, Vink, Pimpelmees, Staartmees, Roodborst, Grasmus, Zanglijster, Grote lijster en Roodborsttapuit is duidelijk lager. Het zijn vooral vogels van  struiken en bosjes. Grasmussen  vind je dan weer langs de dijken. De Koekoek is ook een regelmatige gast in het Krekengebied.

  • Duiven, spechten, boomkruipers  en ijsvogel

Houtduif en Turkse tortel komen bijzonder talrijk voor in het Krekengebied. Verder broeden er in de omgeving van het Panneweel  Holenduif, Groene Specht, Grote Bonte specht en Boomkruiper. IJsvogel broedt mogelijk in de wand die we enkele jaren geleden speciaal voor deze soort aangelegd hebben.

  • Huismus, ringmus en heggenmus

Huismussen geven de voorkeur aan hagen om te broeden. De Ringmus kiest daarentegen voor de nestkastjes.  In de omgeving van het Natuurhuis zijn de laatste  jaren het aantal huismussen sterk verminderd.

  • Roofvogels en uilen

In de kast voor kerkuil in het Natuurhuis Panneweel broedt jaarlijks een koppeltje Kerkuilen. In de omgeving werden verschillende nestbakken gehangen voor Steenuil waarvan er een aantal bezet zijn.  Buizerd, Torenvalk, Sperwer en Havik broeden in de omgeving.

  • Ekster, gaai, zwarte kraai, kauw

Ekster, Zwarte kraai, Gaai en Kauw zijn in het Krekengebied regelmatige broedvogels.

  • Reigers , futen, zwanen, ganzen, eenden, meerkoeten en  waterhoenen

Wilde eend, Waterhoen en Meerkoet zijn vrij talrijk aanwezig. Krakeend, Slobeend, Kuifeend, Wintertaling en Bergeend worden regelmatig waargenomen tijdens het broedseizoen maar broedgevallen zijn moeilijk vast te stellen. Fuut en Dodaars komen in de kreken ieder jaar tot broeden. Grauwe gans is in het Krekengebied een regelmatige broedvogel. Het aantal exoten zoals Nijlgans en Canadese gans blijft beperkt tot minder dan vijf broedparen. In de Kreken van Saleghem broedt er ook een  kolonie Blauwe reigers.

Broedvogelinventarisaties Grote Geule en Kieldrechtse Watergang

Kenmerkend voor de Grote Geule is een grote plas open water met langs de oevers riet en knotwilgen. Aan de noordoostelijke kant vinden we een moerassig bosje dat aan de wijk de Tragel grenst. De Kieldrechtse watergang is slechts enkele meters breed met langs de oever verscheidene bosjes en rietpartijen. De watergang vormt de verbinding met de Kreken van Saleghem.

  • Rietvogels

Kleine karekiet en Winterkoning zijn het talrijkst aanwezig gevolgd door de Rietzanger. Blauwborst, Bosrietzanger, Cetti’s zanger en Rietgors broeden hier in kleinere aantallen. Sprinkhaanzanger en Snor zijn onregelmatige gasten. De Bruine kiekendief  hebben we de laatste jaren door verstoring verloren als broedvogel.

  • Zangers, mezen, vliegenvangers en lijsters

Tjiftjaf, Zwartkop, Koolmees en Merel zijn het sterkst vertegenwoordigd, het aantal territoria schommelt rond de tien..  Voor soorten zoals Vink, Tuinfluiter, Spreeuw, Pimpelmees, Staartmees, Roodborst, Grasmus en Zanglijster ligt het aantal duidelijk lager. Koekoek laat zich regelmatig horen tijdens de lente.

  • Duiven, spechten, boomkruipers  en ijsvogel

Houtduif en Turkse tortel komen in de omgeving talrijk voor. Groene Specht en Grote Bonte specht vinden we vooral in de bosjes langs de Kieldrechtse watergang. De Boomkruiper is liefhebben van de oude knotwilgen langs de Geul..

  • Huismus, ringmus en heggenmus

We hebben tot op heden nog geen broedgevallen van mussen vastgesteld binnen de grenzen van het natuurgebied. Enkele Heggenmussen broeden in de omringende tuinen. Met het verdwijnen van de populieren met holtes  aan de achterkant van het reservaat heeft de kolonie Kauwen zich verplaatst.

  • Roofvogels en uilen

Op de Grote Geule hebben we geen nesten van Buizerd en Torenvalk.  In de bosjes langs de Kieldrechtse watergang broedt mogelijk een Buizerd en een  Steenuil kan je in het vroege voorjaar horen roepen tijdens mooie avonden.

  • Ekster, gaai, zwarte kraai, kauw

Ekster, Zwarte kraai, Gaai en Kauw zijn  regelmatige broedvogels met verschillende broedparen.

  • Futen, ganzen, eenden, meerkoeten en  waterhoenen

De Wilde eend, Meerkoet en Waterhoen zijn in het gebied vrij talrijke broedvogels. Krakeend, Bergeend, Slobeend, Kuifeend, Wintertaling en Fuut zijn tijdens de vroege lente nog aanwezig maar broedgevallen zijn moeilijk vast te stellen.. In 2022 noteerden we een territoria van Krakeend, Slobeend en Kuifeend. Voor de Nijlgans en de  Grauwe gans noteren we jaarlijks 1 tot 2 broedgevallen en  voor de Canadese gans  gemiddeld 6 broedgevallen. Nijlganzen broeden meestal in de kruin van de knotwilgen.

tekst: Chris De Buyzer