Overzicht

De wulp behoort tot de familie van de strandlopers. Hij kan tot 57 cm groot worden en is zo de grootste Europese steltloper. Om zich helemaal te onderscheiden heeft hij ook nog eens de langste snavel (9-15 cm).

Zadelkluifzwam is een zeldzame soort in Vlaanderen. Het is een saprofyt op humeuze bodems in loofbossen. 

De zeearend is de grootste Europese arend. Sinds 2024 broedt hij in ons land.

De schoonheid van de zomertaling doet hoofden duizelen tot helemaal in de Sahel. Daar overwintert hij. Telkens als deze prachtige eend tijdens de lente neerstrijkt in ons land, maakt ons hart een sprongetje. Helaas gaat het niet goed met de zomertaling.

De zwarte mees is een kleine, onopvallende mees die zich vaak hoog in naaldbomen ophoudt. Soms wordt ons land in het najaar overspoeld door zwarte mezen.

De zwarte ooievaar lijkt qua bouw op de witte ooievaar maar kop, nek en vleugels zijn zwart met een sterke metaalglans. Snavel en poten zijn rood. Het is een schuwe vogel die zich buiten de vogeltrek zelden buiten het bos of het moeras laat zien. Ook kleppert hij maar zelden met zijn snavel.

De zwarthandboswolfspin is pas sinds het jaar 2000 een officiële soort. Dat komt omdat ze lang verward werd met een andere wolfspin, namelijk de zwartstaartboswolfspin.

De zwerminktzwam is een algemene inktzwam die steeds in grote groepen wordt gevonden op dood hout of schors van levende bomen. De paddenstoeltjes hebben een klokvormig hoedje met een diameter van amper 1 cm. De inkt vloeit hier dus niet zo overvloedig en duidelijk zoals bij de grote broer (Geschubde inktzwam). Toch kan je, als je goed kijkt, de rijpe zwarte sporen als inktvlekjes op de plaatjes zien. Maar duidelijkere kenmerken van deze soort zijn: de bleke tot muisgrijze, gegroefde en fijnbehaarde hoed en de behaarde steel. Je kan best gebruik maken van een loep om deze kenmerken duidelijk te zien.