Overzicht

De grootste van onze huisspinsoorten is de grote huisspin. Huisspinnen maken zogenaamde "matwebben", matachtige horizontale spinsels zonder kleefstof.

De onregelmatige webben met een blauwachtige schijn die je altijd laag bij de grond en altijd in vochtige omgevingen vindt, zijn de vangmiddelen van de grote kaardespin.

De grote lijster is een forse, bruine lijster met zwarte, ronde vlekjes op de borst. De vogel zit vaak rechtop, alsof ze voortdurend op haar hoede is.

De grote parasolzwam is de opruimer van dode grasresten, in niet of weinig bemeste graslanden.

De grote rosse vleermuis is de grootste vleermuis van Europa, maar laat zich maar zelden zien. In België werd deze soort voor het eerst waargenomen aan de kust in april 2012, en sindsdien nog een tweetal keer in het binnenland.

We weten niet wanneer de grote steatoda voor het eerst in onze streken werd ingevoerd. De spin heeft zich alleszins goed aangepast aan de omstandigheden hier.

De grote stinkzwam ruikt naar dode beesten en trekt zo vliegen aan die de sporen verspreiden. Het is een opruimer van grof strooisel in bossen.

Een oorspronkelijk zuidelijke spinnensoort die je bij ons vrijwel altijd in huis aantreft, is de grote trilspin. Deze extreem langbenige spin weeft een ietwat slordig web met niet-kleverige draden die kriskras door elkaar en in alle richtingen lopen.