Zoogdieren

De Bechsteins vleermuis is zeer herkenbaar aan zijn lange oren. Daarom wordt hij ook wel langoorvleermuis genoemd.

De Brandts vleermuis komt over heel Europa voor, maar is in Vlaanderen een zeldzame verschijning. De soort lijkt zo sterk op de gewone baardvleermuis dat ze lange tijd als één soort werden beschouwd.

De franjestaart is een middelgrote vleermuis die haar naam dankt aan de haartjes die langs de rand van de staart en vleugels groeien.

De grijze grootoorvleermuis is een middelgrote vleermuis met opvallend (31 tot 41 millimeter) grote oren. Ze lijkt enorm op de gewone grootoorvleermuis.

De grote hoefijzerneus is één van onze grootste vleermuissoorten. Hij valt op door zijn typische neus. Het dier is de laatste decennia slechts enkele keren waargenomen in Vlaanderen.

De ingekorven vleermuis is een zuidelijke soort die je eerder op warme plaatsen tegenkomt. Daarom komt ze in Vlaanderen maar weinig voor. Je herkent haar aan haar wollige vacht. De vleermuis dankt haar naam aan een ‘inkerving’in het oor.

De meervleermuis is erg zeldzaam. Hij is groot en herkenbaar aan de opvallende neusknobbels en grote voeten. De meervleermuis is een echt nachtdier en jaagt vooral boven stilstaand water. Hier heeft het zijn naam aan te danken.

De tweekleurige vleermuis is een middelgrote vleermuis die ook af en toe bij ons voorkomt, vooral in het najaar. De soort dankt zijn naam aan het grote kleurcontrast tussen de tweekleurige haren.