Insecten & ongewervelden

Zoals zijn naam doet vermoeden, voedt de spinneneter zich enkel met andere spinnen, hij bouwt zelf geen web maar waagt zich in dat van andere soorten om die dan op een slinkse manier te overmeesteren.

De spin weeft meestal een heel klein trechtervormig webje, waarvan de trechter in een langere spinselbuis doorloopt onder stenen, dood hout of in mos.

Het wat kleinere zusje van de grote huisspin, is de gewone huisspin. Ze is meestal ook wat donkerder gekleurd.

De onregelmatige webben met een blauwachtige schijn die je altijd laag bij de grond en altijd in vochtige omgevingen vindt, zijn de vangmiddelen van de grote kaardespin.

Het opvallende uiterlijk van de volwassen mannetjes maakt hen voor velen tot de mooiste van alle Belgische spinnen. De Lentevuurspin is op wereldschaal ernstig bedreigd. De Lentevuurspin wordt in België maar op enkele plaatsen gevonden.

Op het einde van de zomer maak je kans om de volwassen vrouwelijke exemplaren van de marmerspin te vinden.

De platte wielwebspin is een heel apart type wielwebspin dat vaak rond huizen leeft.

De meest typische bewoner van boomstammen is waarschijnlijk de Schorskoloniespin. Ze wordt tot 5mm groot.