Overzicht

Een typische bewoner van de bovenkant van dichte hagen, is de gewone doolhofspin. Je treft haar ook aan op andere planten en soms zelfs vlak boven de bodem.

De gewone pad is een vrij grote, plompe pad met een opvallend wrattige huid en achter elk oog een grote oorklier.

De gewone zeehond is een van de twee zeehondensoorten die aan de Belgische kust voorkomen. Het is een relatief kleine soort. Je herkent hem aan zijn vlekken. Zeehonden die rusten op het strand, laat je best met rust.

De gladde slang is een slanke, niet-giftige slang. Met haar 60 tot 80 cm is ze de kleinste slang van ons land. De gladde slang is lichtbruin tot grijs, met op de rug twee rijen met vlekjes.

De goudhaan is met z’n 8,5 cm het kleinste vogeltje van Europa. Hij heeft een uitgesproken voorkeur voor naaldbossen.

De goudjakhals is een middelgrote hondachtige. Ondanks zijn naam is hij waarschijnlijk niet zeer nauw verwant aan de zadeljakhals of de gestreepte jakhals, maar staat hij dichter bij de coyote en de wolf. Hoewel de goudjakhals oorspronkelijk vooral in Oost-Europa voorkwam, laat hij zich als zwerfgast ook in Nederland en onder andere Duitsland en Denemarken zien.

Qua uitzicht lijkt de grauwe gors wat op een uit de kluiten gewassen veldleeuwerik. En daar stopt de vergelijking niet: net als de veldleeuwerik is ook de grauwe gors een sterk bedreigde akkervogel. Door intensivering van landbouw verdwijnt deze al onopvallende vogel stilaan van de Vlaamse akkers.

De sierlijke grauwe kiekendief is helaas een erg zeldzame broedvogel geworden in België. Doortrekkend wordt onze kleinste en slankste kiekendief iets vaker gezien.