Natuurherstel te Pelt
Natuurherstel in het Hageven
Het Hageven in Pelt staat bekend om zijn mozaïek van heide, landduinen, vijvers, galigaan- en rietmoerassen. Deze vormen op hun buurt het leefgebied van soorten zoals heivlinder, rugstreeppad, tapuit, roerdomp, blauwborst en woudaapje. Om deze biotopen te verbeteren werd in 2018 een PSN geschreven ter verbetering van deze biotopen en de daaraan gekoppelde kapstoksoorten.
De PSN Hageven loopt op zijn einde en dus hoog tijd om deze werken te evalueren. Verdeeld over 4 verschillende werfzones werd de laatste jaren aan natuurherstel gedaan.
In een eerste werfzone werd nabij de Nederlandse grens een met grove den beboste landduin terug open gemaakt. Op de duin werden – op enkele bomen na – alle dennen gekapt en afgevoerd. De stronken werden nadien mee uitgetrokken. Nadat alles gekapt en de stronken uitgetrokken waren, werd de strooisellaag verwijderd tot op de minerale bodem. Hierdoor kon er terug zonlicht op de bodem komen en maakten zaden kans om te ontkiemen. Hierdoor ontstond weer geschikt biotoop voor tapuit, rugstreeppad en heivlinder en kon typische flora van open zand zoals zandzegge, heidespurrie en vroege haver opnieuw tot ontwikkeling komen.
Het Dommelmoeras was een tweede zone waar werken uitgevoerd werden. Het betrof hier een vochtige moeraszone met overgang naar drogere zones met opslag. Ook hier werden alle bomen en struiken gekapt en afgevoerd. Daarna werd een zone geplagd om een mooie overgang te krijgen met vochtige heide. Er werd optimaal rekening gehouden met de reeds aanwezige microreliëf.
Aan de Gemeentevijver werd ingezet op herstellen van waterrietland. Dit gebeurde door lokaal de aanwezige dikke rietmat af te plaggen.
In werfzone 4 bij de Provincievijver zitten we in de laatste fase van dit project. Hier werd een groot gedeelte van de opslag verwijderd zodat er een open verbinding ontstaat tussen verschillende vijvers waardoor het biotoop iets dichter aansluit bij de wensen van roerdomp en andere rietvogels. Daarnaast werden de steile oevers van de Provincievijver aangeschuind om meer oppervlakte aan riet en zo habitat te creëren en de oever minder interessant te maken voor het graven van holen door de aanwezige bever. Door dit graven ontstonden op verschillende plaatsen diepe holen die de stabiliteit van de dijk in het gedrang brachten met kans op dijkdoorbraak tot gevolg. De zwakke plekken in de dijk werden hersteld.
Omdat jaar na jaar de aantallen everzwijnen toenamen en zo ook de predatiedruk op nesten van rietvogels zoals roerdomp vergrootte, werd besloten om de meest kwestbare zones uit te rasteren met ursusdraad om zo de everzwijnen buiten te houden en het broedsucces te vergroten.
De werken konden enkel uitgevoerd worden dankzij de steun van de Vlaamse overheid, het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en de Provincie Limburg.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief