Afbeelding
Hop
Marc Van Daele

Werkt de hop aan zijn comeback?

4 jul 2019
Categorieën
Natuurbericht

De hop Upupa epops is een opvallende vogelsoort met een exotisch uiterlijk: grote waaiervormige kuif, lange snavel en bont getekende vleugels en staart. Toch is dat exotisch maar schijn: de hop broedt in grote delen van Europa en het Midden-Oosten. Alleen in de landen rond de Noordzee, in Scandinavië en de noordelijke helft van Rusland is hij afwezig. Al mogen we zelfs daar ‘afwezig’ tegenwoordig met een korreltje zout nemen: er is een opvallende toename in het aantal waarnemingen in België.

Hij meet 25 tot 29 cm, maar 1/5de daarvan is snavel en de staart is al even lang. Qua lichaamsmassa stelt een hop dus niet meer voor dan pakweg een merel. Maar een prachtbeest is het wel. Zijn merkwaardige, vlinderachtige vlucht is met weinig andere soorten te vergelijken

Hoppen foerageren echter bescheiden op de meest ordinaire plekjes: een ingesloten graslandje, in een afgeschermd tuintje, op een voetbalveld…  Er is in feite geen lijn in te trekken. Net dat maakt van de hop zo’n onvoorspelbare en door vogelaars gegeerde soort. Zo snel ze gevonden zijn, zijn ze weer gevlogen. En al heeft het diertje zich slechts enkele honderden verplaatst, de kans is groot dat je hem niet terug kan vinden.

Zelfs midden vorige eeuw, toen de hop nog frequent in Vlaanderen broedde, is hij nooit talrijk geweest: het was eerder een schaarse tot zeer schaarse broedvogel. In de jaren ’50 werd een hoogtepunt opgetekend. Toen telde de Vlaamse populatie 60 tot 80 broedparen. Het laatste Vlaamse broedgeval in 1981 vond plaats aan de Westkust. Misschien geen toeval dus, dat het aantal waarnemingen van hoppen vooral aan de Westkust terug oploopt. Broeden gebeurde pas terug in 2017, toen een succesvol broedgeval plaatsvond in een tuin in Weelde (A).

Maar hoppen blijven vooral sterk onder de radar. Des te opvallender is de sterke toename van het aantal waarnemingen in ons land dit jaar. De meeste hoppen werden gezien in West- en Oost-Vlaanderen en grote steden worden duidelijk gemeden. Hoewel 2019 nog maar halfweg is, werden hoppen nu al in 77 5km-hokken waargenomen, een recordaantal voor deze eeuw. En meteen een redelijke toename vergeleken met de afgelopen jaren.

Afbeelding
aantal hokken hop

Hoewel het doorgaans om ééndagswaarnemingen gaat, doet die toename ons hopen op een meer permanente hervestiging van de hop als broedvogel. Toch hoeft zelfs zo’n broedgeval niet echt op te vallen: ook in Weelde was het opmerkelijk dat alleen de bewoners de langdurig aanwezige vogels konden waarnemen. De Hop heeft dan wel een karakteristieke zang, ook die munt uit in zijn onopvallendheid: het is een eentonig ‘oepoepoe’, dat op enige afstand algauw in het landschap verloren gaat of wordt aanzien als een andere soort met dezelfde klankkleur, zoals koekoek of Turkse tortel.

Afbeelding
Hop

Ook in de vlucht is een hop onmiskenbaar (foto: Sam Dewanckele).

Hoppen eten vooral grote insecten zoals sprinkhanen en veenmollen. Het is een holenbroeder en in het verleden heeft het verdwijnen van boomgaarden, heggen en bloemrijke graslanden zeker een negatieve invloed gehad op het aantal beschikbare nest- en foerageerplaatsen. Het is dus maar afwachten of de soort inventiever is geworden in het vinden van nestplaatsen. Het opwarmende klimaat zal alvast een meewerkende factor zijn voor een warmteminnende soort als de hop.

Tekst: Gerald Driessens
Foto’s: Marc Van Daele en Sam Dewanckele
Grafiek: www.waarnemingen.be
Geluid: Xeno-canto