Afbeelding
Zwartsprietdikkopje
Robin Septor

Vlinders blijven zorgenkindjes

15 jan 2021
Categorieën
Natuurbericht


De achteruitgang van insecten blijft een heet hangijzer. Het wetenschappelijke tijdschrift PNAS wijdde er een themanummer aan. Daarin is er ook aandacht voor dagvlinders in West-Europa. Hoe gaat het daar intussen mee?

Dat vlinders in Vlaanderen al decennia achteruitgaan, is geen nieuw gegeven. Al in 2001 beschreven vlinderonderzoekers Dirk Maes en Hans Van Dyck de situatie in Vlaanderen als ‘Europe’s worst case scenario’. In de nieuwe studie worden data uit Vlaanderen naast gegevens uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk gelegd. Dat levert geen fraai plaatje op. Al 20 soorten vlinders zijn in Vlaanderen uitgestorven, tegenover 15 in Nederland en 4 in het VK. Als we uitzoomen, zien we dat er in heel Europa nog maar één vlinder is uitgestorven: een witje dat enkel op Madeira voorkwam en nu wereldwijd is uitgestorven.


Afbeelding

Uit de data spreken grote verschillen van soort tot soort. Maar er tekenen zich duidelijke patronen af: graslandvlinders doen het overal niet goed. De Europese graslandvlinderindex, die de trends van 17 soorten graslandvlinders bundelt, toont dat deze soorten met 39% afnamen sinds 1990. Daartegenover staat een toename van bosgebonden vlinders. In Vlaanderen zagen we die bossoorten met 19% toenemen in de periode 1991-2019.

De redenen voor die veranderingen zijn gekend: het verdwijnen en versnipperen van leefgebieden, een te hoge stikstofdepositie, klimaatverandering en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De precieze impact van die oorzaken is nog niet helemaal duidelijk. Zo weten we dat neonicotenoïden dodelijk kunnen zijn voor Amerikaanse monarchvlinders, maar hoe schadelijk ze zijn voor Europese vlinderpopulaties is nog niet precies bekend. Ook is duidelijk dat klimaatverandering om uiteenlopende redenen nefast kan zijn voor vlinders (bijv. de impact van langdurige droogte en hittegolven), maar langs de andere kant zijn er soorten zoals het kaasjeskruiddikkopje die duidelijk profiteren van een opwarmend klimaat en bijgevolg toenemen in West-Europa.

Over het algemeen zijn kieskeurige soorten, de zogenaamde habitatspecialisten die in een specifiek leefgebied voorkomen en doorgaans slechte zwervers zijn, het sterkst bedreigd. In Vlaanderen is het gentiaanblauwtje het meest gekende voorbeeld. Maar herstelprojecten tonen aan dat gerichte actie wel degelijk resultaat kan opleveren. In Zuid-Engeland werd een sterk dalende trend van de sleutelbloemvlinder gekeerd door kalkgraslanden die dreigden te verbossen weer open te maken en graasbeheer bij te sturen. In Wallonië liep van 2009 tot 2014 een LIFE+-project gericht op drie bedreigde vlinders: de moerasparelmoervlinder, de blauwe en de grote vuurvlinder. Binnen de vier jaar bleek dat op de 600ha herstelde vochtige graslanden niet alleen de drie genoemde soorten voorkwamen, maar eveneens andere zeldzaamheden zoals de rode vuurvlinder, de zilvervlek en de gladde slang.

Naast dit soort habitatherstel is het belangrijk dat er ook werk wordt gemaakt van een gedegen klimaat- en landbouwbeleid (met focus op reductie van pesticiden en stikstof), genoeg ruimte voor natuur (ook in sterk verstedelijkte omgeving), de aanleg van voldoende natuurverbindingen en sensibilisering van het brede publiek.  Het opvolgen van vlindertrends is essentieel om vinger aan de pols te houden; in Vlaanderen verloopt die monitoring vnl. via het meetnettenproject.

Bron: Warren et al. 2021. The decline of butterflies in Europe: problems, significance and possible solution

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)