Afbeelding
Leo Janssen

Vermeende kauwenplaag blijkt uit de lucht gegrepen

23 feb 2016
Categorieën
Natuurbericht


Het aantal Kauwen neemt niet meer toe in Vlaanderen. Dat blijkt uit het rapport van de jaarlijkse tuinvogeltelling van Natuurpunt. De intelligente vogel beleefde het afgelopen decennium een flinke opmars. Nu lijkt de natuurlijke top bereikt.

Het is het tweede jaar op rij dat het aantal Kauwen afvlakt in de tuinvogeltelling. Daarmee lijkt een trend ingezet. De afvlakking komt er na een sterke toename in Vlaamse tuinen van de soort het afgelopen decennium. De zwarte vogel kwam 10 jaar geleden in 21 procent van de Vlaamse tuinen voor, in 2014 piekte de soort met een recordaanwezigheid in 38% van de Vlaamse tuinen. De laatste 2 tellingen moesten ze opnieuw een procent inleveren.

Afbeelding
schermafbeelding_2016-02-23_om_10.59.04.png

Die afvlakking is een typisch natuurlijk fenomeen en moet de vrees van velen voor een ‘overpopulatie’ temperen. Overpopulatie komt in de natuur maar zelden voor. Vogels nemen toe in aantal tot het beschikbare voedselaanbod niet meer voldoet, waarna er opnieuw een natuurlijke afname plaatsvindt. Die populatietrends verlopen vaak in een herhaalde golfbeweging. Maar bij de meeste soorten stabiliseren de aantallen zich op termijn in relatie tot het voedselaanbod. Ook in Nederland is een gelijkaardige afname te zien bij het aantal Kauwen in de winter. Veel kan te maken hebben met een afnemend aantal noordelijke Kauwen uit onder andere Scandinavië, die hier komen overwinteren. Een fenomeen dat we al langer vaststellen bij noordelijke Roeken en in het bijzonder bij Bonte kraaien.

Die natuurlijke populatieschommelingen zetten meteen vraagtekens bij het nut van bestrijding. Recent versoepelde de Vlaamse regering de bestrijdingsmogelijkheden voor de Kauw, de Gaai, de Ekster, overzomerende Brandganzen, de Kraai en de Spreeuw. Vooral bij die laatste zien we de laatste decennia al een dramatische, natuurlijke afname. België en Nederland verloren de laatste 20 jaar meer dan 40% van hun broedpopulatie.

In Oost-Vlaanderen behaalde de Kauw met een aanwezigheid in 40% van de tuinen een derde plaats in de ranglijst, het hoogste resultaat van Vlaanderen. De provincie met het laagste aantal Kauwen is Vlaams-Brabant, daar werd de soort opgemerkt in slechts 22% van de tuinen.

Het landschap heeft een zeer grote invloed op de aanwezigheid van kraaiachtigen. Kraaiachtigen als Kauwen zijn namelijk echte opportunisten: naast wormen, slakken en spinnen, eten ze ook zaden en graan. Ze spelen dus in op het landschap dat wij creëren. Dat geeft hen voordelen ten opzichte van de voedselspecialisten: soorten die zeer specifieke eisen stellen aan hun voeding.

Naast dat opportunisme zijn er nog andere, belangrijke verklaringen voor hun succes: in de eerste plaats zijn kraaiachtigen zeer intelligente dieren en onthouden ze veel uit vroegere ervaringen. Kauwen profiteren bovendien van hun sociale gedrag: samenleven in groepen is voordeliger en vooral veel veiliger. Op dat vlak zijn ze goed vergelijkbaar met de mens.

De Kauw heeft een donkergrijs verenkleed met lichtgrijze zijhals en achterhoofd. Opvallend is de helder blauwe iris. Hij is een stuk kleiner dan de Zwarte kraai die een beduidend forsere snavel heeft.

Lees het volledige rapport over het Vogelweekend van Natuurpunt

Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto’s: Leo Janssen
Figuur: waarnemingen.be