Een plantenkenner uit Tienen stootte dit najaar op een wel heel bijzondere wilde plantensoort in de tuin. De plant heeft zijn naam niet gestolen, want hij werd herkend aan zijn typische geur: de Stinkende ganzenvoet! Het is al sinds de jaren 80 geleden dat deze soort spontaan opdook in België.
Grijs bestoven blaadjes die van vorm lijken op de pootafdruk van een gans, en een indringende geur van rotte vis: dat is de Stinkende ganzenvoet. Een pittig detail: de wetenschappelijke naam ‘Chenopodium vulvaria’ komt van het Latijnse ‘vulva’ (het uitwendige deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan) en verwijst naar de sterke geur die de plant uitscheidt, te wijten aan de stof trimethylamine. De soort staat als licht giftig beschreven, maar werd vroeger onder meer gebruikt als middel tegen flauwvallen.
Bijna een eeuw geleden kwam de Stinkende ganzenvoet nog voor op verschillende locaties in België, met een zwaartepunt in de Leemstreek. Hij was te vinden op plaatsen met open, droge, vaak verstoorde en altijd ammionak-rijke bodem, zoals bij braakliggende terreinen, moestuinen, de voet van muurtjes, rommelige hoekjes op boerenerven, vuilstortplaatsen in steden,… De soort is weinig bestand tegen competitie met andere planten. De laatste decennia kende Stinkende ganzenvoet een zeer sterke achteruitgang, onder meer door verstedelijking en alsmaar toenemende betonnering van de ‘boerenbuiten’, waarbij verrommelde hoekjes in het straatbeeld plaats maakten voor doorgedreven hygiëne en ordelijkheid.
Het is niet duidelijk wanneer de laatste waarneming van Stinkende ganzenvoet in het wild in België gebeurde. Wellicht dateert de laatste vondst van minstens de jaren 80 of vroeger. In recente jaren werd sporadisch nog een enkeling gevonden op aangevoerde grond, of in olijfkuipen die uit het buitenland meekwamen naar tuincentra. Toch was er een vermoeden dat de soort nog spontaan kon te vinden zijn. Plantkundigen speurden de voorbije jaren naar de soort in zijn historisch verspreidingsgebied, maar dat bleek zoeken naar een speld in een hooiberg.
Stinkende ganzenvoet (foto: Eric Brandes)
Dit najaar trof voormalig apotheker Fred Respen bij verrassing een exemplaar aan in een tuin in Tienen. Tot de jaren 70 was op deze locatie een grote moestuin aanwezig met een populatie Stinkende ganzenvoet. Na het verkavelen van de percelen en het aanleggen van gazon, verdween de soort hier mettertijd. Mogelijk zorgden de voorbije droge zomers voor het verschijnen van een grote, open plaats in de tuin waar nog steeds kiemkrachtig zaad de kans zag om te ontspruiten. Fred herkende tijdens het maaien de indringende geur van deze bijzondere ganzenvoet. Er is geen indicatie dat de plant hier zou zijn aangevoerd. Het is dus de eerste vondst van deze soort in bijna 40 jaar in België!
Stinkende ganzenvoet bloeit van juli tot september, met zaadzetting in het najaar. De plant in Tienen produceerde dit najaar honderden zaden. Vermoedelijk duiken in 2020 meerdere kiemplanten op. Een 50-tal zaden werden als veiligheidsmaatregel ingezameld om te bewaren in de zadenbank van de Plantentuin Meise. Deze actie sluit aan bij het Urgentieplan voor bedreigde soorten in Vlaams-Brabant. De zaden kunnen later ingezet worden bij soortbeschermingsacties, zoals het gericht opkweken, bijplaatsen of herintroduceren van planten.
De kans bestaat dat Stinkende ganzenvoet onopgemerkt op nog meer plaatsen aanwezig is. Vooral in de Leemstreek is het uitkijken, bijvoorbeeld in wildere hoekjes in de (moes-)tuin. Wie denkt deze soort te zien, kan dit - bij voorkeur met duidelijke foto’s - doorgeven aan Natuurpunt, via het online meldpunt voor natuurwaarnemingen www.waarnemingen.be.
Tekst: Annelies Jacobs (Natuurpunt Studie), Kevin Lambeets (Natuurpunt Beheer)
Foto’s: Ton Denters & Eric Brandes
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief