Broedvogelatlas
Het verslag van vorige maand en de broedvogelatlas werden eerst besproken. Jan V heeft het hok van Lievegem geclaimd, meteen het laatste stukje van de regio.
Presentatie van Annie Anselin over het Wintag project en nieuwe terugmeldingen in 2022.
Anny presenteerde gegevens van 2011 tot 2022. Eerst werd uitgelegd welke metingen worden gedaan. A.d.h.v. de klauwlengte wordt het geslacht bepaald. Via tabellen met vleugellengtes wordt de leeftijd geschat. De jongen worden gewogen om hun conditie te bepalen. De dispersie van de getagde vogels geeft informatie over hun ingenomen habitat als adult.
Zes regio’s doen mee aan de studie: WG Roofvogels Zeeland, Natuurwerkgroep De Kerkuil, VWG NOVL, Oostkust, Waasland en Nord Pas de Calais. Sinds 2011 werden 1562 jongen getagd. De WGNOVL heeft hiervan 228 (14%) jongen getagd (O=2, ♀ =105, ♂=121). In 2022 werden 179 jongen getagd in 63 nesten. Voor 3 regio’s gaf Anny een overzicht van de teelt/habitat waarin het nest werd gemaakt. De nesten van de Natuurwerkgroep De Kerkuil lagen vooral in tarwe en gerst. In Zeeland en de Oostkust bevonden de nesten zich vooral in riet.
Sinds 2011 waren er 258 terugmeldingen van unieke getagde vogels, vogels die minstens 1 winter overleefd hebben. Het verschil in het aantal terugmeldingen van unieke getagde vogels per jaar is groot (bijvoorbeeld: 3 in 2012, 24 in 2013, 48 in 2021 en 33 in 2022). De verhouding tussen terug gemelde mannetjes en wijfjes per jaar is variabel, zonder dat er een uitgesproken verschil werd genoteerd in de sexratio van de terugmeldingen. De leeftijdsverdeling van de teruggemelde vogels werd per jaar getoond. Zo werden in 2020 alle mogelijke leeftijden gezien.
Het traject van drie lange afstandsvliegers (afgelegde afstand van 285 tot 1714 km) werd besproken.
Vogels en andere waarnemingen in Zuid West Australië.
De voorstelling bevat een selectie van foto’s van vogels en andere organismen die werden waargenomen in een rondreis van ongeveer 3000 km. In Perth werden Herdsman Lake en Kings Park bezocht. Opmerkelijke waarnemingen in Kings park waren de Laughing Kookaburra (de gewone kookaburra of lachvogel = grootste ijsvogelsoort) en de Red Wattlebird (Roodlelhoningeter ). In Herdsman Lake waren de Tawny Frogmouth (Uilnachtzwaluw), de Swamp harrier (Pacifische bruine kiekendief) , de Rainbow bee-eater(Regenboogbijeneter, de enige bijeneter in Australië) en de schuwe Buff-banded rail (Geelbandral) de meest opmerkelijke waarnemingen.
Van Perth ging de reis naar het Boyagin Nature Reserve. Boyagin rock is een granieten inselberg van 50 m hoogte. Het gebied rond de rock maakt deel uit van de Zuid-West Australische savanne ecoregio met heidevelden en gemengde Eucalyptusbossen. Hier groeien orchideeën zoals de Common donkey orchid en Cowslip orchid (sleutelbloemorchidee). Bij het uitstappen uit de wagen zagen we de Wedge-tailed Eagle, de grootste arend van Australië. De vogel weegt 3 tot 5 kg, heeft een vleugelspan tot 2,9 m en is 1m groot. Het dier valt soms kangoeroes en schapen aan. De Sand Goanna (Goulds varaan) liet zich vrij goed fotograferen. De Goulds varaan is een grote hagedis van ongeveer 1,5 meter met een gewicht tot 6 kg. De varaan is immuun voor slangengif en het dier predateert op de meest giftige slangen zoals de dugite.
Vervolgens reden we naar Dryandra woodlands (Australian Outback), een overgangsgebied tussen vochtig bos en de semi-aride tarwegordel. De woodlands vormen het grootste relict van de originele inheemse vegetatie van ZW Australië. Ze zijn een overblijfsel van de open Eucalyptusbossen met soorten zoals Eucalyptus wandoo, Powderbark wandoo (Eucalyptus accedens) en zalmwitte gom (Eucalyptus bigalerita). In dit gebied zagen we soorten zoals de nachtelijke voskoesoe (ook boomkangoeroe genoemd), de pijnappelskink, waarvan de huid lijkt op een dennenappel, en de Short Nosed Echidna (Kortsnuit mierenegel). De kortsnuit mierenegel is een eierleggend zoogdier dat vooral leeft van mieren en termieten. Van de Galah (Roze kaketoe), de Australian Ringneck Twenty-eight Parrot (Port-lincolnparkiet ), de Scarlet robin (Scharlaken vliegenvanger) en de Striated Pardalote (Geelvlekdiamantvogel ) werden foto’s getoond.
Na Dryandra woodlands, reden we via Hyden rock, naar Esperance. Dichtbij Esperance ligt het 32.000 ha grote Cape Le Grand National Park. De zandvlaktes van het park zijn begroeid met struikgewas van vooral Eucalytus en Banksia soorten en met kustheide. In het zuidwestelijke deel van het park liggen er indrukwekkende granieten pieken zoals Mount Le Grand (345 meter) en de Frenchman Peak (262 meter). Op het witte sllicaatzandstrand van Luckey Bay hebben we soorten zoals de Australische zwarte scholekster, de Australische bonte scholekster, de New Holland Honeyeater (Witooghoningeter), de Pacific Gull (Diksnavelmeeuw) en de Western Grey Kangaroo (Westelijke grijze reuzenkangoeroe) gezien. In de omgeving van Frenchman Peak hebben we de Purpel Enamel Orchid (paarse glazuurorchidee) en Lambertia inermis (endemisch tussen Albany & Esperance) gespot.
Andere hoogtepunten van de reis waren een bezoek aan het enorme Fitzgerald National Park (330.000 ha) en de Hamerslay inlet. Hierna geef ik een opsomming van de vogelsoorten die we in dit park hebben gezien : Nankeen kestrel (Austr. torenvalk), de Red-capped plover (Roodkopplevier), Banded stilt (Bandsteltkluut), de Red-necked avocet (Australische kluut), en Black Cockatoos (Zwarte Kaaketoes) en Australian Shelducks (Australische bergeend) in de vlucht.
In het Porungurup NP hebben we voor de eerste maal de Splendid Fairywren (Prachtelfje), een zangvogeltje uit de familie van Austraal-Aziatische winterkoninkjes waargenomen. In Walpole in de omgeving van de Valley of the Giants hebben we een andere elfensoort, nl. de mooi gekleurde Red-winged Fairywren (Roodvleugelelfje) (♀ & ♂) kunnen fotograferen. Hier hebben we ook een detailfoto kunnen nemen van de schuwe Western rosella (Stanleyrosella).
In de laatste week van de reis hebben we twee eilanden bezocht. Penguin Island en Rottnest Island. Op Penguin Island leeft de dwergpinguïn, de kleinste pinguïn soort. Volwassen dieren worden tot 40 cm groot en wegen ongeveer 1 kg. Na lang wachten hebben we een 1 diertje kunnen fotograferen in zijn houten nest. Op Penguin Island leven grote kolonies van de volgende vogelsoorten: de Australian Pelican (Australische pelikaan), de Bridled Tern ( brilstern) en van de Crested Tern (grote kuifstern).
Rottnest Island ligt op ongeveer 20 km van Fremantle, de grote haven van Perth. Op dit eiland leeft een kleine soort kangoeroe, de Quokka. Nederlanders die in de 17de eeuw het eiland ontdekten, dachten dat de Quokka’s, grote ratten waren. En zo ontstond de verkeerde naam “rattennest” of Rottnest Island. De quokka’s waren niet schuw en zowel adulten als juvenielen kwamen kort bij ons. Op dit eiland hebben we de Australische visarend gezien op nest. Voor de kust sprongen meerdere bultruggen uit het water en speelden heel wat New Zealand fur seals (Nieuw-Zeelandse zeeberen).
Hopelijk krijgen jullie a.d.h.v. dit korte verslag, zonder dat ik een opsomming geef van alle dier- en plantensoorten die we hebben waargenomen, een idee van de enorme biologische rijkdom van dit mooie continent. Spijtig genoeg staat de biodiversiteit ook in dit dun bevolkte continent onder grote druk.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief