Wilde reeën en edelherten maken meer stresshormoon aan in een gebied waar menselijke verstoring voorkomt dan in een gebied waar predatoren als wolven en lynxen leven. Dat blijkt uit een Pools onderzoek dat gepubliceerd werd in het vakblad Behavioral Ecology.
De onderzoekers verzamelden in 6 Poolse bosgebieden uitwerpselen van reeën en edelherten om na te gaan hoeveel stresshormoon (glucocorticoïde metabolieten) erin voorkwamen. Ze vergeleken op die manier gebieden die respectievelijk wel, niet en pas recent bevolkt werden door wolven en lynxen. Ze keken ook naar andere natuurlijke factoren als temperatuur, bladerdek en de lokale dichtheden van reeën- en hertenpopulaties. Ze brachten ook menselijke factoren als de bebouwde oppervlakte, de wegen en de jacht in rekening.
Wat bleek? Vooral in gebieden met menselijke verstoring hadden reeën en herten te maken met stress, terwijl dat veel minder het geval was in gebieden waar lynxen en wolven voorkwamen. Dat is opmerkelijk. De aanwezigheid van grote carnivoren, die voortdurend zouden kunnen toeslaan en waarvan het prooidier niet precies weet waar ze zich bevinden, zou eerder een chronische vorm van stress doen vermoeden. Bovendien zou je net verwachten dat reeën profiteren van de nabijheid van mensen, aangezien die grote carnivoren op een afstand houden.
Hoe valt dat dan te verklaren? De onderzoekers kijken richting de evolutieleer. Prooidieren hebben zich doorheen de evolutie kunnen aanpassen doordat ze voortdurende blootgesteld zijn aan de risico’s van een natuurlijke belager. Terwijl de risico’s die verbonden zijn aan menselijke factoren (zoals de aanwezigheid van autowegen) grillige en ingrijpende veranderingen zijn, waar ze zich evolutionair minder goed aan hebben kunnen aanpassen. Dat jacht een grote impact heeft op het gedrag en de verspreiding van reeën en herten
was al langer bekend, maar nu blijkt dat de loutere aanwezigheid van mensen ook beschouwd wordt als een bron van gevaar.
Hoe groot is het stress-probleem?
Wat precies de impact is van deze verhoogde stress-levels op de gezondheid van de dieren of de voortplanting van een soort, moet nog verder onderzocht worden. In labo-experimenten bij Amerikaanse hazen, bleek het aantal nakomelingen af te nemen. Maar in het wild is zo’n onderzoek moeilijk te repliceren, omdat er een complexe set van factoren een impact kan hebben.
Tekst: Hendrik Moeremans, Natuurpunt
Foto: Francois Van Bauwel
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief