Afbeelding
Pieter Vantieghem

Recordaantal zuidelijke Tijgerblauwtjes bereikt ons land

25 aug 2015
Categorieën
Natuurbericht

2015 is nu al een echt topjaar voor het Tijgerblauwtje, een van oorsprong Afrikaanse trekvlinder met violetblauwe vleugels. Nooit eerder werden zoveel exemplaren in ons land gemeld. Na een eerste piekjaar in 2013 lijkt de zuidelijke soort een regelmatige bezoeker te worden voor ons land.

In 2013 werd een uitzonderlijk aantal waarnemingen gedaan van het Tijgerblauwtje in België. In hetzelfde jaar werd bovendien voor het eerst vastgesteld dat dit zuidelijk trekvlindertje zich ook in ons land kan voortplanten. Het plotse recordaantal van 2013 ligt intussen, terwijl de vliegperiode nog lang niet voorbij is, al aan diggelen.

In 2015 begon het op 9 juli met een eerste waarneming in het uiterste zuidwesten van ons land in een tuin in Ieper. Daarna was het tien dagen wachten op een vervolgwaarneming. Opvallend genoeg gebeurde dit in een tuin in Zingem waar het eerste exemplaar in 2013 opgedoken was. De brede lathyrus in de tuin, een geliefde waardplant voor de rupsen van Tijgerblauwtje, deed duidelijk zijn werk als aantrekkingspool. Na nog een waarneming op 24 juli in Moerbeke kwam het pas echt op gang met waarnemingen verspreid over het hele land tot zelfs in het verre oosten in Spa waar het vrouwtje een erwtenplantje koos om op te rusten. De teller voor 2015 staat op dit ogenblik op minstens 25 verschillende locaties met waarnemingen. Op enkele van die locaties vliegen zelfs meerdere exemplaren rond. Vóór 2013 waren er slechts een 35-tal meldingen van deze soort in België. Ook in Nederland werd de soort dit jaar al een tiental keer gemeld.

Afbeelding
lampides_boeticus_20150823_gent_1-2.jpg

Tijgerblauwtje in Gent, een zuiderse gast die we in de toekomst wellicht vaker te zien zullen krijgen. (Pieter Vantieghem)

Het Tijgerblauwtje is van oorsprong een Afrikaanse vlindersoort die jaarlijks opnieuw de Mediterrane regio binnentrekt om er tijdelijke populaties op te bouwen. Door de snelle levenscyclus en de ruime keuze aan waardplanten lukt het hen zo om telkens opnieuw enkele generaties groot te brengen in Zuid-Europa. De nakomelingen trekken terug zuidwaarts wanneer de temperaturen dalen in het najaar. Hoewel er bij die omzwervingen wellicht grote verliezen optreden en vele exemplaren sterven zijn er toch genoeg overlevers om zich voort te planten waarna hun nakomelingen in de lente opnieuw Zuid-Europa inpalmen.

Deze nomadische levenswijze blijkt voor verschillende soorten vlinders een goede manier om de populatie succesvol in stand te houden. Andere trekvlinders die we jaarlijks in wisselende aantallen in ons land zien opduiken zijn de Atalanta, Distelvlinder en Oranje luzernevlinder maar ook nachtvlinders als Gamma-uiltje en Kolibrievlinder. Na 2013 en 2015 lijkt het erop dat we nu ook hun zeldzamere kleine broertje, het Tijgerblauwtje, als een regelmatige migrant in België zullen zien.

Wie zelf een Tijgerblauwtje te zien wil krijgen houdt best de ogen open in de buurt van allerhande peulvruchten zoals brede lathyrus, reukerwten, doperwten maar ook de gelijkaardige bloemen van bomen als de Japanse pagodeboom blijken aanlokkelijk voor de soort. Het fijne lijnenpatroon op de kaneelkleurige onderzijde en de fijne staartjes aan de achtervleugels onderscheiden deze soort van iedere andere soort blauwtje in België. Waarnemingen kunnen – indien mogelijk vergezeld van een foto – steeds gemeld worden op waarnemingen.be zodat vlinderonderzoekers de vooruitgang van deze soort in het oog kunnen houden. 

Tekst en foto: Pieter Vantieghem, Vlinderwerkgroep Natuurpunt