De Otter plant zich opnieuw voort in Vlaanderen. Goed nieuws voor deze geboren zwemmer. Wat misschien als een verrassing komt, is dat diezelfde Otter er wel wat voor over heeft om toch maar niet dat koude water in te moeten.
Net als de meeste zoogdieren heeft de Otter een gemiddelde lichaamstemperatuur van ongeveer 38°C en varieert die niet meer dan enkele graden. Voor alle dieren die in het water leven of er hun voedsel uit halen, geldt dat water veel beter warmte geleidt dan lucht. Hoe kouder het water is, hoe meer energie het kost om je lichaamstemperatuur op peil te houden. Zeker als je ook nog eens moet zwemmen om prooien achterna te zitten.
Dieren hebben allerlei manieren ontwikkeld om zich tegen koude - of omgekeerd, warmte - te wapenen. Denk maar aan het ‘kippenvel’ dat haren of veren overeind doet staan, waardoor de luchtstroming langs de huid vertraagt en zo het warmteverlies vermindert. Of zeehonden die een dikke blubberlaag aanleggen om de koude buiten te houden.
Arm aan vet, rijk aan vacht
Otters zijn uitstekende, wendbare zwemmers en dat moet ook wel als je vissen wil vangen. Maar, ze hebben er wel een hoge evolutionaire prijs voor betaald. Net zoals andere marterachtigen als de Hermelijn en de Bunzing heeft de Otter een gespierd, langgerekt lichaam. Die cylindrische lichaamsvorm zorgt voor een relatief groot huidoppervlak, waarlangs hij warmte kan verliezen. Bovendien beschikt het dier niet over een beschermende vetlaag. De Europese otter heeft een vetpercentage van nauwelijks 3%. Ter vergelijking: een wielrenner die vandaag de dag een kans wil maken in de Tour de France, zit rond de 6%.
Zijn grote troef is zijn zeer dichte, tweelagige vacht: met een bovenlaag dekharen en een onderlaag van donsharen. De dekharen zijn 2 tot 4 cm lang en kleven in het water aaneen tot een waterdicht jasje. Aan de voet van elk dekhaar groeit een groot aantal kortere donsharen. Die vormen samen een superdichte mat van ongeveer 1 cm dik. De ondervacht telt zo’n 50.000 donshaartjes per vierkante centimeter. Ter vergelijking: mensen hebben tot 100.000 haren op hun hele hoofd.
Luchtbellen als isolatiemiddel
Het bijzondere aan de ondervacht is dat ze tijdens het duiken luchtbelletjes vasthoudt, die zorgen voor een uitstekende warmte-isolatie. Een beetje zoals een waterbestendig duikerspak, of drysuit, dat een laagje lucht gebruikt om te isoleren.
Voor Otters is het van levensbelang dat hun vacht die isolerende kwaliteit behoudt; ze besteden dan ook een aanzienlijk deel van hun tijd aan het onderhoud ervan. Als hun vacht besmeurd geraakt, door bijvoorbeeld drijvende olie, verliest die voor een groot deel haar isolerende kwaliteit en is de Otter ten dode opgeschreven. Net zoals wij loopt een Otter snel een longontsteking op als hij onderkoeld geraakt.
Tekst: Bram Descheemaecker & Kristijn Swinnen
Foto: François Van Bauwel
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief