Afbeelding

Mooi weer of niet: getrokken werd er

16 okt 2017
Categorieën
Natuurbericht

Het is een populaire misvatting over vogeltrek: dat vogels zouden 'vluchten' als het hen te koud wordt. Ze luisteren eerder naar hun inwendige klok, en die zegt hen dat de zomer nu echt wel voorbij is en dat ze zich toch beter uit de voeten maken. Vogels profiteren bovendien van de gemakkelijke vliegomstandigheden bij dit fraaie nazomerweer om met zo weinig mogelijk energieverbruik zuidelijke oorden op te zoeken.

Zondag stonden onze vogeltellers massaal op post voor de tweede grote trekvogeltelling van dit najaar. En het contrast met de telling op 30 september kon bijna niet groter zijn. Het werd een heuse topdag. Met 75 bemande posten werd het voor vogels moeilijk om ons land ongemerkt te passeren.

In totaal werden er 591.000 vogels geteld (ter vergelijking: op 30 september 2017 waren dat er 27.700). We werden overspoeld door golven Vinken. De teller geeft 280.000 aan, maar tegen de blauwe lucht werden zeker nog veel groepen gemist. Over de meest oostelijke posten kwamen ook grote zwermen Houtduiven over, goed voor een tweede plaats met 135.255 vogels. Ook de Spreeuwen kwamen op dreef met 64.085 exemplaren. De rest van de top tien: Veldleeuwerik 29.202, Graspieper 18.358, Koperwiek 9.024, Kauw 7.893, Kneu 5.306, Aalscholver 5.092, Witte Kwik 4.617.

En die verhoopte golf roofvogels dan?

Misschien hadden we er te veel van verwacht. Toch werden er in totaal 2.481 Buizerds geteld, een stevig aantal. Vooral opmerkelijk was hierbij dat onze meest oostelijke post (Tongeren) er zeer weinig had, terwijl sommige posten in de westelijke helft van het land mooie aantallen konden optekenen (bv Baaigemkouter 141 exemplaren). Door tegenwind en zwakke thermiek vorderden ze maar langzaam. Het hoogste aantal was weggelegd voor Maatheide met 203 exemplaren, dan volgt Bezinkingsputten Tienen met 152 stuks en vervolgens Baaigemkouter.

In totaal werden er 16 roofvogelsoorten opgetekend. Ook Sperwer (763 exemplaren, maximum 55 in Averbode Bos & Heide) en Rode Wouw (103 exemplaren) scoorden behoorlijk. De Grijze wouw over Kruibeke is een echte bijzonderheid, maar ook Roodpootvalk (Kesselberg) en Zeearend (Meerbeek en Leefdaal) mogen vermeld worden. En dan was er nog een mogelijk Bastaardarend over Honnay.

En hoe zat het dan met de algemene dagtotalen? Ook hier prijkt Maatheide op 1 met 43.142 overtrekkende vogels, dan Sonnisheide met 32.432 exemplaren en Kalkense Meersen met 21.890.

Tekst: Koen Leysen, Natuurpunt CVN