Afbeelding
Mol
Hugo Willockx

Mollen hebben watervrees

12 feb 2015
Categorieën
Natuurbericht


Tot frustratie van de liefhebbers van het vlakke gazon zijn de mollen dezer dagen opvallend actief. Maar waar komt die opstoot van werkijver zo plots vandaan? Van het stijgend water, zo blijkt.

Over het algemeen zijn er elk jaar twee perioden waarin er opvallend veel molshopen verschijnen: aan het begin van de zomer en nu, in de winter. In het eerste geval wordt de verhoogde activiteit veroorzaakt door jonge mollen die het nest van hun moeder verlaten en dus op zoek moeten naar een eigen territorium. Omdat ze vaak nog niet sterk genoeg zijn om massa’s aarde te verzetten, leggen ze een deel van hun reis bovengronds af. Vele vallen dan ook ten prooi aan roofdieren en maar liefst de helft van de mollen overleeft het eerste levensjaar niet. De mollen die de zoektocht wel overleven moeten een nieuw gangenstelsel uitgraven of een leegstaand gangenstelsel herstellen. Bij die graafactiviteiten wordt de overtollige grond naar buiten gewerkt, met de beruchte molshopen tot gevolg.

In het tweede geval, ‘s winters, zorgt overmatige regenval ervoor dat het grondwater stijgt en een deel van het gangenstelsel van de mol onder water komt te staan. Om genoeg voedsel te kunnen verzamelen is de mol dan genoodzaakt om dichter tegen het oppervlak nieuwe tunnels te graven of, vooral in erg natte gebieden, hoger gelegen gronden op te zoeken. Het is van de moetens dus.

Er kan trouwens nooit echt sprake zijn van een mollenplaag. Mollen zijn solitaire dieren met hun eigen territorium dat meestal ongeveer een 1000 vierkante meter groot is. Hoewel de aanwezigheid van vele molshopen dus de indruk kan wekken dat er verschillende mollen aanwezig zijn, leeft er per Vlaamse tuin gemiddeld slechts één mol. Het is trouwens beter om die ene mol gewoon te laten zitten. Een mol die een bestaand gangenstelsel heeft zal af en toe herstellingen moeten doen, waardoor er molshopen aan het aardoppervlak kunnen verschijnen. Maar als je het dier doodt of weghaalt, dan komt er een nieuwe jongere mol in de plaats die mogelijk een heel nieuw gangenstelsel uitgraaft, waardoor er nog meer molshopen dan voordien ontstaan. Bovendien zijn mollen nuttige dieren die zorgen voor een betere verluchting en drainage van je bodem, en die insecten die schadelijk kunnen zijn voor je planten, opeet.

Voor wie zich toch niet bij de mollensituatie wil neerleggen zijn er drie alternatieven. Ten eerste kan je de losse aarde van de molshopen simpelweg uitspreiden over het gazon zodat ze minder opvallen. Je doet dit echter best meteen nadat de molshoop verschijnt, zodat beschadiging van het onderliggende gras vermeden wordt. Als je de molshopen op deze manier onderhoudt in de twee piekperioden zal je nauwelijks nog last ondervinden in de rest van het jaar. Ten tweede kan je de molshopen zo goed als onzichtbaar maken door het gras wat hoger te laten groeien en bloemetjes toe te laten. Daar help je trouwens ook vlinders en bijen mee, die het in het algemeen al moeilijk hebben in ons volgebouwde landschap. Ten derde kan je ervoor zorgen dat de mollen geen toegang hebben tot je tuin door rondom je perceel een zogenaamde mollendraad te spannen. Dat is een ondergronds, kleinmazig net waar de dieren niet doorheen kunnen graven.

Tekst: Diemer Vercayie, Natuurpunt Studie