Dankzij waarnemingen van vogelkijkers hebben Wageningse onderzoekers ontdekt dat hommels kunnen migreren over honderden kilometers. Ook in België blijken hommels vaak op zee waargenomen te zijn. Hommels zijn daarmee niet de enige insecten die trekken over grote afstanden. Ook van libellen, zweefvliegen en lieveheersbeestjes zijn gelijkaardige fenomenen bekend.
Dat vogels in grote aantallen migreren weet iedereen, maar uit nieuw onderzoek blijkt dat ook hommelkoninginnen afstanden van wel honderden kilometers kunnen afleggen. Dat ontdekte de Wageningse bestuivingsonderzoeker Thijs Fijen met de hulp van oplettende vrijwilligers. Deze ontdekking is bijzonder omdat biologen tot nu toe dachten dat hommelkoninginnen in een bepaald gebied bleven. Het is een reis die ze echter alleen maken, in tegenstelling tot vogels of andere insecten die vaak in grote groepen migreren.
Toen vogelkijkers die trekvogels aan het tellen waren grote aantallen hommels zagen langsvliegen besloten ze die ook te tellen. Zo werden op 1 april 2005 op minder dan drie uur tijd meer dan 9500 doortrekkende hommels waargenomen op een trektelpost in Flevoland, Nederland. Hoewel het in ons land nooit exact geteld is geweest, zijn er toch al verschillende hommels ingevoerd in de database van waarnemingen.be vanop boten in de zee. Waar, hoe ver en waarom de hommels naartoe vliegen weten we niet, in het voorjaar vliegen de hommels in België en Nederland alvast in noordelijke tot noordoostelijke richting.
Enkel koninginnen
Bij hommels overwinteren alleen de koninginnen, de mannetjes en werksters sterven in het najaar. In het voorjaar gaan de bevruchte koninginnen op zoek naar een plekje om een nieuwe kolonie te stichten. Mogelijk verspreiden ze zich zo ver om inteelt te vermijden, weg van een omgeving waar zuster-koninginnen mogelijk een nieuw nest begonnen zijn.
Dat hommels zo’n grote afstanden afleggen leidt tot nieuwe inzichten over de dynamiek van hommelpopulaties in landbouwgebied. Tot nog toe dachten we dat het landbouwgebied nog net voldoende voedsel bood om succesvol nieuwe koninginnen en mannetjes voort te brengen. Maar mogelijk is dat niet het geval en zijn er in het vroege voorjaar te weinig hommelkoninginnen die de winter zijn doorgekomen om de populatie op peil te houden. Dat tekort aan overwinterde koninginnen is moeilijk vast te stellen omdat het mogelijk wordt bijgepast door koninginnen van elders, bijvoorbeeld uit natuurgebieden.
Hoewel we dit nog hypothetisch is, zijn hommels wel één van de meest bedreigde groepen bijen. De helft van de voorkomende soorten in België is bedreigd en nog eens 20% is reeds uitgestorven. De kans is dus groot dat veel van onze hommels deel uitmaken van populaties die zichzelf niet in stand kunnen houden. Het voordeel van deze grootschalige verplaatsingen is wel dat wanneer ergens maatregelen getroffen worden om hommels te beschermen deze wellicht snel gevonden worden.
Niet de enige insecten die migreren
Van heel wat andere insecten is al langer geweten dat ze massaal kunnen migreren. In Engeland hebben onderzoekers met behulp van radarbeelden al in 2013 ontdekt dat lieveheersbeestjes tot op een hoogte van meer dan 1 km kunnen vliegen om te migreren naar een andere locatie. Ook van sommige soorten libellen is geweten dat ze in heel grote aantallen migreren. De bruinrode heidelibel is de meest gekende soort die dit doet in onze contreien, maar ook de zeldzame zadellibel is zo’n soort.
Ook zweefvliegen duiken soms massaal op vanuit het zuiden, onder andere blinde bij en snorzweefvlieg zijn soorten die vaak langstrekkend worden gezien bij ons. Net zoals vogels proberen ze de kortste of meest veilige route te nemen en worden zo in een bepaalde richting gestuwd. Zo kunnen er erg grote aantallen tegelijk geteld worden aan bergpassen of aan kustlijnen. Dit filmpje laat de migratie van zweefvliegen langs de kustlijn in Cyprus heel goed zien.
Wil je zelf trekkende hommels of ook andere insecten zien, dan kan je best op een zonnige dag in april langs onze Belgische kust gaan staan, bijvoorbeeld op één van de trektelposten zoals de Fonteintjes in Zeebrugge. Zeker wanneer de wind uit het zuiden of oosten waait heb je hier veel kans om trekkende insecten en vogels te zien. Voer deze zeker in op waarnemingen.be of trektellen.nl, zo krijgen we beter inzicht in deze fascinerende bewegingen.
Het onderzoek van Thijs Fijen werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Applied Ecology en is hier te lezen.
Tekst: Ward Tamsyn en Win Vertommen (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief