Bij insecten die in opmars zijn wordt klimaatverandering vaak als oorzaak gegeven. Bij libellen is de toename van warmteminnende soorten die hun leefgebied vanuit Frankrijk naar onze contreien hebben uitgebreid, goed gedocumenteerd. En hoewel er bij vlinders ook heel wat verliezers zijn, nemen sommige soorten opvallend toe. Maar die opmars valt niet helemaal aan klimaatverandering toe te schrijven.
Het zwart weeskind was tot 15 jaar een uiterst zeldzame verschijning in Vlaanderen. Volgens de literatuur leeft deze soort in de nabijheid van water: de rupsen worden gevonden op bomen, struiken en (in mindere mate) lagere planten zoals brandnetels in de buurt van beekjes en waterlopen. Het is een typische soort van vochtige biotopen, die soms ook wel nabij een waterloop in dorp of stadsrand kan voorkomen, aldus een Duits standaardwerk. Vanaf 2008 nam de soort in Vlaanderen beduidend toe. De eerste bolwerken situeerden zich in West-Vlaanderen. Ook vanuit Oost-Brabant rukte de soort stilaan op richting Limburg. Dat patroon deed al vermoeden dat er van een strikte binding met beekbegeleidend bos mogelijk geen sprake was. De voorbije jaren gebeurden in Vlaanderen ook diverse rupsenvondsten. De rupsen zijn nachtactief, en worden daarom niet vaak gezien. De vondsten bevestigen dat het zwart weeskind zijn specifieke habitatvoorkeur lijkt te hebben losgelaten en zich tot een ware cultuurvolger ontpopt heeft. Zo werden de voorbije maand rupsen gefotografeerd in tuinen te Wervik, Ingelmunster, Wetteren, Pelt en Boortmeerbeek. In een Merksemse stadstuin zat een rups te knabbelen aan de klimop. Ook centra van grootsteden worden dus niet geschuwd. En waar de literatuur vooral inheemse waardplanten vermeldt (waaronder wilg en es), blijkt het zwart weeskind een weinig kieskeurige soort, die ook op tuinplanten wordt aangetroffen (bijv. Appelbes). Nog een weeskind in opmars is het karmozijnrood weeskind. Die is strikt gebonden aan eiken, maar volgens literatuurbronnen zijn dat kleine eikjes op warme standplaatsen. Topjaar 2018 heeft echter uitgewezen dat het karmozijnrood weeskind zich in zowat elke bosrand, ook op grote eiken, kan voortplanten. De rupsenvondsten van de voorbije weken bevestigen dat. Mogelijk verklaart dat deels de toename van deze soort.
In Merksem, maar ook in de Antwerpse Zurenborgwijk, werd zwart weeskind in stadstuinen aangetroffen (foto: Stefan Verheyen).
De opmars van het zwart weeskind geeft de ingrediënten van de succesverhalen onder de vlinders aan: een goed verbreidingsvermogen, geen strikte binding aan specifieke waardplanten en vooral de flexibiliteit om je leefgebied van natuurlijke habitats uit te breiden naar minder natuurlijke, zoals tuinen. Ook de enige twee Europees beschermde nachtvlindersoorten die in Vlaanderen voorkomen, passen die strategie toe. Zowel de Spaanse vlag als de teunisbloempijlstaart stonden bekend als typische soorten voor bosranden, open plekken in bossen, kapvlakten, etc. Beide soorten worden niet alleen steeds meer waargenomen in Vlaanderen, maar ook het aantal rupsenvondsten zit in de lift. Ook die wijzen erop dat deze nachtvlinders zich niet meer uitsluitend in bosranden voortplanten, maar zeker ook in tuinen. Spaanse vlag laat zich als rups minder gemakkelijk vinden. Van de 89 waarnemingen van teunisbloempijlstaartrupsen die de voorbije drie jaar werden ingevoerd in waarnemingen.be, gebeurden er 71 in tuinen. Uiteraard ligt de trefkans in tuinen hoger dan in natuurgebieden, maar dat tuinen deel uitmaken van het leefgebied van deze soort, staat buiten kijf.
Bij dagvlinders merken we gelijkaardige verhalen op. Het meest klassieke voorbeeld is het bont zandoogje, die van kenmerkende bosrandvlinder tot een gewone tuinsoort verworden is. Bij die vlinder is aangetoond dat er genetische adaptatie aan een meer open landschap plaatsvond.
Ook het nog volop in opmars zijnde scheefbloemwitje lijkt de binding aan zijn oorspronkelijke (subalpiene!) habitat volledig te hebben losgelaten en breidt zich volop uit in het laagland, waar de waardplant uitsluitend in tuinen voorkomt.
Tekst: Wim Veraghtert (Vlinderwerkgroep Natuurpunt)
Foto teunisbloempijstaart: Wim Declercq
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief