Afbeelding
Ringslang
Edo van Uchelen-Saxifraga

Geen paniek: het is maar een Ringslang

25 jul 2016
Categorieën
Natuurbericht

In Meldert bij Hoegaarden rukte de politie vorige week twee keer uit om een Ringslang uit een tuin te komen wegvangen. In Zandhoven kwam de brandweer er zelfs bij aan te pas. Volkomen onnodig: Ringslangen zijn behalve erg zeldzaam ook volstrekt ongevaarlijk. Bovendien is het verhuizen van slangen geen goed idee.

Dat tuineigenaars zich een bultje schrikken wanneer ze geconfronteerd worden met de aanblik van een kronkelende tuinslang is natuurlijk wel te begrijpen. In Vlaanderen zijn de drie inheemse slangensoorten (Ringslang, Gladde slang en Adder) regelrechte zeldzaamheden geworden. Ze staan alle drie op de Rode Lijst (2012) geboekstaafd als bedreigd. Voornaamste oorzaak is verlies aan en versnippering van hun leefgebied.

Decennialang kwam de ongevaarlijke Ringslang nauwelijks voor ten noorden van de Maas en ten westen van de Nederlandse Grote Rivieren. Sinds begin 2014 lijkt daar langzamerhand verandering in te komen, met dank aan composthopen. Intussen zijn er vindplaatsen in West-Vlaanderen (Wervik-Menen), op verschillende plaatsen in Limburg (Maaseik, Dilsen-Stokkem, Maasmechelen, Genk en Lommel), in het Brusselse Jette, in het Vlaams-Brabantse Meldert en in het oosten van de provincie Antwerpen. Vooral via valleien en kanalen kunnen de slangen zich verder verspreiden. Zo strekt de populatie Ringslang met zijn hoofdpopulatie in Geel zich uit over een smalle strook van maar liefst 60 kilometer van Zandhoven tot Lommel.

Goed nieuws is dat. Ringslangen voeden zich met muizen, kleine waterdieren en amfibieën en vormen een verrijking van onze biodiversiteit. In een dichtbebouwde regio als Vlaanderen zullen ze zich ook ophouden in de buurt van tuinen. Zeker wanneer de populatie groeit, verlaten slangen de veilige grenzen van het natuurgebied op zoek naar nieuwe leefgebieden. De politie daar elke keer voor optrommelen, lijkt vooral onnodig. De slangen zomaar verplaatsen is dikwijls ook een slecht idee. Recent gebeurden twee herlocaties van Meldertse Ringslangen naar de Kempen. Het wegvangen en verplaatsen van twee volwassen dieren op een week tijd vormt er een groot risico voor het voortbestaan van de kleine en kwetsbare populatie. Daarnaast is het illlegaal: Ringslangen zijn namelijk beschermde dieren.

In mei-juni gaan vrouwtjes van de Ringslang actief op zoek naar plekken om hun eitjes af te zetten. Naargelang de grootte zetten ze tussen de 5 en 30 eieren af. In natuurlijke riviersystemen zetten Ringslangen hun eieren af in hopen bij elkaar gespoeld organisch materiaal of soms zelfs in beverburchten. In vennen zijn vooral drooggevallen horsten van zeggen of russen geschikt. Maar bij gebrek aan dat alles kan zo’n Ringslangvrouwtje opduiken in een tuin om  haar eieren af te zetten in mest- en composthopen. Essentieel voor zo’n broeihoop is dat de temperatuur oploopt tot zo’n 30 °C, waardoor de eieren automatisch worden uitgebroed en de baby-Ringslangen midden augustus uit het ei kunnen kruipen.

Met haar lengte van een meter lijkt ze misschien wel behoorlijk indrukwekkend, maar de soort is volledig ongevaarlijk voor de mens. Bij een ontmoeting zal de Ringslang meestal het hazenpad kiezen, zeker wanneer het dier voldoende opgewarmd is. Ringslangen zonnen vaak vooraleer ze op jacht gaan. Het zijn bovendien uitstekende zwemmers; op die manier kunnen deze kronkelende dieren behoorlijk lange afstanden afleggen. Dat is meteen ook de reden waarom ze zich vaak in valleien bevinden. Wanneer Ringslangen  zich bedreigd voelen kunnen ze blazen en zelfs schijnaanvallen uitvoeren met gesloten mond. Ze zullen echter nooit bijten.

Hoe weet je dan of het over een ongevaarlijke Ringslang gaat, en niet over een of andere ontsnapte exotische gifslang? Zoals de naam doet vermoeden, zijn Ringslangen goed te herkennen aan de gele ring. Die bevindt zich rond de hals, net achter de kop. Bij oudere exemplaren kan deze ring grijs zijn. De hoofdkleur varieert van licht- over donkergrijs en de buik heeft een kenmerkend witzwart dambordpatroon. De ogen zijn relatief groot en hebben een ronde pupil.

Omdat de populatie zich momenteel uitbreidt, bestaat de kans dat ze vroeg of laat ergens onder een struikje in je tuin ligt te zonnen. Bekijk het dan als een unieke verrijking voor je tuinfauna en laat de Ringslang ongemoeid. Ze doet niemand kwaad.

Tekst: Peter Engelen, Natuurpunt
Foto: Edo van Uchelen-Saxifraga