Afbeelding
Doorweekte akkerhommel
Maarten Cuypers

Gaat het natte voorjaar de insecten parten spelen?

5 jun 2024
Categorieën
Natuurbericht

Het blijft een actueel gespreksonderwerp: het vele regenweer waar maar geen eind aan lijkt te komen, terwijl iedereen zit te wachten op een flinke scheut zomerweer. Ook insecten, zonnekloppers bij uitstek. Maar hoe nefast is dit regenweer eigenlijk? Niet eenvoudig vast te stellen, al zijn er zowel voor- als nadelen. 

“Kan u een voorbeeld geven van een insect dat nu al lijdt onder het regenweer?”, vroeg een journalist ons recent. Nee, dat kunnen we eigenlijk niet. Insectenpopulaties fluctueren vaak sterk van jaar tot jaar en momenteel is het nog erg vroeg om de balans op te maken. Wel is het duidelijk dat, op de zonnige momenten die er af en toe zijn, geen massa insecten te vinden is. Het is verre van duidelijk in welke mate dat komt door het natte voorjaar: vaak spelen ook andere factoren mee. De afgelopen winter was erg zacht en ook de droogtes van de voorbije jaren kunnen lang blijven doorwerken. Zo waren er dit voorjaar weer weinig landkaartjes. Deze netelgebonden dagvlinder zit al jaren in een sukkelstraatje waar hij niet uit lijkt te geraken. Het landkaartje heeft in juli-augustus een tweede generatie, waarin hij -in theorie- een slecht voorjaar nog goed kan maken, maar andere echte lentesoorten hebben die herkansing niet. Voor veldparelmoervlinder en bont dikkopje is 2024 één van de slechtste voorjaren sinds 2008. 

Mogelijk is de situatie iets minder desastreus dan zo’n grafiek doet uitschijnen: er spelen wellicht ook waarnemerseffecten. Bij slecht weer vliegen vlinders minder en schuilen ze in de vegetatie. Bijgevolg worden ze minder waargenomen en gemeld, terwijl ze er wel zijn. En met dit kwakkelweer zijn er ook minder waarnemers op stap dan bij mooi lenteweer. 

Afbeelding
Trends vlinders lente 2024
Natuurpunt Studie
Gecorrigeerde talrijkheid per week van het landkaartje (boven) en de veldparelmoervlinder (onder). Bron: waarnemingen.be. Foto's: Robin Septor.

De exacte mechanismen zijn complex. Bij hoge waterstanden en teveel vocht kunnen rupsen die zich vlakbij de grond ophouden, verdrinken en poppen beschimmelen. Voor een nachtvlinder als de gewone velduil is aangetoond dat de jonge rupsen (die in deze periode van het jaar in wortels van planten leven) een lagere overlevingskans hebben bij veel neerslag in de maanden mei-juli. Ook voor sociale insecten die in de grond een nest maken, kan dit regenweer nefast zijn. In een ondergelopen muizenholletje kunnen wespen en hommels niet aan nestbouw beginnen. Bij solitaire bijen is het ook wel duidelijk dat heel wat lokale populaties verzopen zijn. Dat ons landschap zo geëgaliseerd is en steilrandjes en andere microreliëf verdwenen, maakt de zaak alleen maar erger. 

Is droog weer beter?

Warm en droog weer is voor veel insecten noodzakelijk om te kunnen foerageren, een partner te zoeken en eitjes af te zetten. Het ziet ernaar uit dat veel insecten er dit voorjaar minder vlieguren op hebben zitten. De voorbije jaren hebben langere periodes van zonnig en droog weer ervoor gezorgd dat sommige zuidelijke insecten een stevige opmars maakten. Dit jaar zijn de omstandigheden om nieuw leefgebied te koloniseren dus heel wat minder. Voor die soorten betekent 2024 mogelijk een pauzeknop (al valt af te wachten wat de zomer nog in petto heeft). Anderzijds hebben de droogteperiodes van de afgelopen jaren ervoor gezorgd dat waardplanten verschrompelden, bloemen geen nectar meer produceerden en larven en poppen uitdroogden: droogtes zijn zeker niet beter dan dit regenweer, integendeel.

De liefhebbers van nat weer

Voor veel watergebonden insecten is dit weer eerder een zegen dan een vloek. Denk maar aan muggen, die kleine watertjes zoals regenplassen gebruiken als voortplantingsbiotoop. Ook voor insecten die aan vennen gebonden zijn, is de hoge waterstand beter dan de droogtes van de voorbije jaren. Larven van witsnuitlibellen kunnen niet overleven als vennen te snel droogvallen; zij gingen de afgelopen jaren sterk achteruit. Of dit jaar nog soelaas brengt voor dergelijke klimaatgevoelige soorten, valt af te wachten. Voor andere dieren, met name amfibieën, is het alleszins een zegen dat hun voortplantingspoelen niet droogvallen vooraleer de larven voldoende ontwikkeld zijn.

Uit de campagne ‘Maai mei niet’ blijkt dat er dit jaar minder bloemen bloeiden in tuinen dan in voorgaande jaren. Dat heeft te maken met het regenweer, en de vele slakken die daarvan wisten te profiteren. Het is inderdaad zo dat de overdaad aan slakken lokaal tot een duidelijke afname aan bloemen kan leiden. Zo’n hoge dichtheden aan naaktslakken zagen we nog niet eerder; voor het eerst lijkt een invasieve exoot als de Spaanse wegslak ook een ecologische impact te hebben (al valt die moeilijk te becijferen). We ontvingen zelfs een foto van een naaktslak die zich aan een populierenpijlstaart (een forse nachtvlinder) te goed deed: jawel, slakken zijn ook predatoren.
 

Afbeelding
Naaktslak eet nachtvlinder
Marc Herremans
Wegslak doet zich te goed aan populierenpijlstaart.

Insecten als voedsel

Het lage aanbod aan insecten kan uiteraard ook parten spelen voor vogels die daarvan afhankelijk zijn. Het is bekend dat natte voorjaren een lager broedsucces van zangvogels veroorzaken. Ook een soort als de steenuil lijkt het momenteel lastig te hebben: die eten normaal veel muizen (maar die zijn blijkbaar deels verdronken), maar schakelen dit jaar over op kleinere prooien zoals insecten en regenwormen. Veel kleine prooien zoeken betekent meer werk dan enkele grote prooien vangen, vooral als die kleine prooien ook al niet veel te vinden zijn. Steenuilouders lijken op hun tandvlees te zitten en brengen dit jaar eerder kleine nesten voort.

Doe mee met de Insectenzomer

Het is belangrijk om zoveel mogelijk insecten in kaart te brengen. Zo krijgen we een goed beeld van de vooruit- of achteruitgang van bepaalde soorten. Meedoen is simpel: download de app ObsIdentify en ga van 1 juni tot 31 augustus op zoek naar insecten in de tuin, het bos, of gewoon op straat. 

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)