We hebben eindelijk nog eens een Belgische herfst: erg wisselvallig, en met veel paddenstoelen. Maar ook veel vlinders! Dat was al even geleden. Wat is daar aan de hand?
De voorbije zondag heb je er misschien ook gezien: atalanta’s. Van alle dagvlinders vliegt deze momenteel het meest rond. En in –voor deze soort- zelfs hoge aantallen. Tellingen van tientallen exemplaren waren niet uit de lucht. Een ervaren vlinderkenner telde er niet minder dan 71 in zijn tuin: een lokaal record, en dat op 13 oktober! En het vorige topaantal was er maar half zoveel en al lang geleden (half september 2010). Opvallend trouwens: vorig jaar was het slechtste voor deze soort van de afgelopen 10 jaar (door het verdrogen van de waardplanten, grote brandnetel) en nu zijn we goed op weg naar een van de beste.
Sinds vorige week zijn die atalanta’s verschenen. Vooral verse exemplaren, net uit de pop. Andere misschien geboren verder noord en op doortrek. In augustus zagen we ook al aantallen die hoger lagen dan gemiddeld, maar dat was een vorige generatie. De eitjes die toen gelegd zijn, hebben zich nu nog ontwikkeld tot nieuwe vlinders. Daarmee maakte de atalanta een berekende gok. Als oktober koud en nat zou geweest zijn, was het wellicht niet gelukt om die ontwikkeling tot nieuwe vlinders succesvol door te maken. Want die tweede generatie is dit jaar (overigens net als de eerste) een maand later dan normaal. De vlinders zijn nu op zachte dagen volop nectar aan het drinken om nog energiereserves op te slaan. Late bloemen als klimop, sommige variëteiten van herfstasters of Zinnia’s worden druk bezocht. Sommige zullen nadien nog proberen te vertrekken, voor andere wordt het proberen te overwinteren. Hangt vooral van het weer af.
Maar we zien momenteel weinig beweging bij die atalanta’s. De soort staat klassiek te boek als een trekvlinder, waarbij de vlinders in het najaar naar het zuiden vliegen. Strenge vorst kunnen ze niet overleven. Maar de laatste decennia zien we een opvallende tendens: steeds meer atalanta’s wagen het erop. Ze kruipen in een holle boom en hopen op een zachte winter. Stilaan evolueert de atalanta van trekvlinder naar standvlinder. Het is dan ook afwachten tot de eerste zonnige lentedagen van volgend jaar om te zien in welke mate dat lukt.
Oranje luzernevlinder (foto: Marc Herremans)
Opvallend zijn ook de hoge aantallen van nog twee andere trekvlinders: distelvlinder en oranje luzernevlinder. Beide zijn nog wel echte trekvlinders, waarvan de aantallen sterk variëren van jaar tot jaar. Begin augustus waren er niet meer dan gemiddeld oranje luzernevlinders, maar sinds september vliegen er opmerkelijk veel rond. De Vlinderstichting meldde begin september al dat dit wellicht nakomelingen waren van de zomerexemplaren, aangevuld met trekkers die vanuit noordelijke contreien op weg zijn naar Zuid-Europa. Overwinteren kunnen luzernevlinders hier sowieso niet: als vlinder kennen ze een kortere levensduur dan atalanta’s. Als er nog zonnige herfstdagen volgen, kunnen we wellicht nog genieten van najaarsvlinders. Momenteel vliegen nog enkele courante soorten, zoals koolwitjes, dagpauwogen en gehakkelde aurelia’s.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief