Maandag 12 oktober 2020 begon als een rustige dag in het vogelringstation van het Zwin Natuur Park in Knokke-Heist. Tot er op een uurtje verschil van elkaar zowel een roodkeelnachtegaal als een witkeelgors opdook. De ene helemaal uit het Oosten, de andere uit het Westen. Een bijzonder unieke ontmoeting. Het is pas de tweede keer ooit dat beide soorten in België vastgesteld werden.
Elk najaar worden in het vogelringstation van het Zwin Natuur Park dagelijks vogels geringd. Intussen al ruim 5500 stuks sinds 1 augustus. Het gaat om wetenschappelijk onderzoek waarbij vogels worden gevangen om een ring aan de poot te krijgen. Door de informatie op die ring zijn ze vanaf dan individueel herkenbaar als ze later teruggezien worden.
Oosterse gast
De dag was rustig begonnen op het ringstation. Om 9u20 meldde ringer Joris Elst nog dat het ‘zwak’ was, met 2 Cetti’s zangers als lichtpuntje. Toen Joris om iets voor 10u belde en met licht trillende stem de historische woorden “Ik heb een roodkeelnachtegaal!” uitsprak, werd het heel even stil aan de lijn. De woorden die meteen daarna volgden zijn niet voor publicatie vatbaar… De roodkeelnachtegaal bleek een eerstejaars vrouwtje te zijn, geboren in 2020. Een vrouwtje roodkeelnachtegaal heeft misschien niet het prachtige, robijnrode keeltje zoals een mannetje, maar mag er absoluut ook wezen: subtiele bruintinten, een paar witte vegen op de kop en groot donker kraaloog met een wit randje eromheen. Op de koop toe is ze nog afkomstig uit de mythische Siberische taiga. Het dichtstbijzijnde broedgebied ligt aan de uiterste noordoostrand van Europa, in het Oeralgebergte, en van daar verder oostwaarts tot het uiterste oosten van Siberië. Het overwinteringsgebied ligt in Zuidoost-Azië. Deze oosterse schoonheid was dus helemaal de andere kant uitgevlogen richting West-Europa.
Ringvangst Witkeelgors (foto: Wouter Faveyts)
Westerse gast
Na het vrijlaten van de roodkeelnachtegaal keerde Joris blij en voldaan terug naar de vangplaats van het vogelringstation. Vrijwel meteen zag hij ‘nog iets bijzonder’ in een net hangen…: een witkeelgors! Deze gorzensoort is afkomstig van compleet de andere kant als de roodkeelnachtegaal. Witkeelgorzen broeden in de taiga van Noord-Amerika, hoofdzakelijk in Canada. De meest nabije broedgebieden liggen in Newfoundland. De wintergebieden liggen hoofdzakelijk in het zuidoostelijke deel van de Verenigde Staten. Je zou het niet verwachten, maar kleine Amerikaanse zangvogels duiken elke herfst op langs de Europese kant van de Atlantische Oceaan. Een deel ervan wordt verondersteld een gedeelte van de reis over de oceaan per boot te hebben gemaakt, doordat ze boven zee op een boot zijn geland, die vervolgens naar Europa voer. Van een groter deel kunnen we echter aannemen dat ze de reis op eigen kracht hebben gemaakt! Een enorme krachttoer die geholpen wordt door stormdepressies die in noordoostelijke richting over de Atlantische Oceaan trekken. Vogels die aan de oostkust van Noord-Amerika terecht komen, in de krachtige windvelden die gepaard gaan met zulke stormdepressies, kunnen zo aan een flinke snelheid over de oceaan meegenomen worden. Het zou teveel energie kosten om tegen de wind in te vliegen, dus ze vliegen met de wind mee. De voorbije weken hadden we meerdere zulke stormdepressies in West-Europa en er was ook in diverse West-Europese landen aankomst van een aantal Noord-Amerikaanse zangvogels. Deze witkeelgors, ook een jonge vogel die in 2020 is geboren, past in dat rijtje.
Het is een bekend verschijnsel dat vogels afdwalen buiten hun reguliere verspreidingsgebied en dan opduiken op plaatsen waar ze normaal niet voorkomen. Dat geldt onder meer voor een resem soorten uit Siberië: trekvogelsoorten die in regel gaan overwinteren in Zuid-Azië, maar waarvan een zeer klein aantal exemplaren verkeerdelijk naar het westen vliegt. Het trekgedrag van een vogel, inclusief de trekrichting, is iets wat genetisch ingebakken zit. Zoals dat wel eens gaat met genen, zitten er soms foutjes in. Dat kan zich onder meer uiten in een foutieve trekrichting. Elk najaar komen zo vele honderden Siberische vogels van diverse soorten in West-Europa terecht, een deel ook in België. Voor het overgrote deel zijn die vogels gedoemd om te mislukken, want de kans is zeer reëel dat ze in West-Europa of Noordwest-Afrika geen geschikt overwinteringsgebied vinden. Heel af en toe is er echter meer aan de hand. De voorbije decennia bleken enkele van die Siberische soorten in toenemende mate wél in dit deel van de wereld te kunnen overwinteren, vooral rond het Middellandse Zeegebied. Ze overleven de winter en ze keren terug naar de taiga om te broeden. Zo kunnen ze hun genen doorgeven aan hun nakomelingen, en zo kunnen nieuwe trekroutes en overwinteringsgebieden ontstaan: evolutie in volle actie!
Uiterst zeldzaam in België
Zowel roodkeelnachtegalen als witkeelgorzen zijn echt zeldzaam in Europa. Zelfs voor Groot-Brittannië, waar in verhouding tot andere Europese landen, veel zeldzame soorten worden waargenomen, liggen tot en met 2019 nog maar amper 16 aanvaarde gevallen voor van roodkeelnachtegaal en 50 van witkeelgors. Voor België is het voor beide soorten pas het tweede geval en voor de roodkeelnachtegaal het eerste levend exemplaar. De eerste roodkeelnachtegaal voor ons land werd minder dan een jaar geleden aangetroffen, op 4 december 2019. Helaas ging het toen om een dood exemplaar, gepakt door een kat. De eerste witkeelgors werd in 2013 (ook!) op 12 oktober gevangen en geringd in Berendrecht in de provincie Antwerpen.
Roodkeelnachtegaal en witkeelgors zijn allebei ontzettend zeldzame vogelsoorten in onze contreien. De kans dat deze twee op éénzelfde dag in België worden aangetroffen is heel klein. Dat ze op de koop toe nog eens allebei op precies dezelfde plaats en met een uurtje verschil zouden opduiken, is nóg kleiner! East meets West: een vogel uit de Siberische taiga en een vogel uit de Noord-Amerikaanse taiga komen samen in de Internationale Luchthaven voor Vogels, niet toevallig de slogan van het Zwin Natuur Park.
Witkeelgors, de dag na de vrijlating (foto: Joachim Pintens).
Zowel de roodkeelnachtegaal als de witkeelgors werden vrijgelaten op een toegankelijk plek van het Zwin Natuur Park waar de vogels rust en voedsel konden vinden én waar ze op veilige afstand waargenomen konden worden door geïnteresseerde vogelkijkers.
Als je zelf het ringen van vogels in het Zwin Natuur Park wil bijwonen, dan kan dat. Het vogelringstation is op de openingsdagen van het park te bezoeken vanaf 10 uur tot 12 uur. Het park zelf blijft open tot 17u. Tickets reserveren is verplicht via https://www.zwin.be/ of telefonisch.
Tekst: Wouter Faveyts (Zwin Natuur Park)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief