Afbeelding
Gewone pendelvlieg
Leo Janssen

Dit was 2024 voor de insecten

28 mrt 2025
Categorieën
Natuurbericht

Nu de lente volop losbarst en alles begint te zoemen en te fladderen, blikken we nog even terug op het insectenjaar 2024. We focussen daarbij op de minder populaire soortgroepen. Het natte weer zorgde ervoor dat veel warmteminnende zonnekloppers een slecht jaar hadden, terwijl insecten die gebonden zijn aan vochtige omstandigheden of rottend plantenmateriaal het over het algemeen goed deden. 

Geen goed jaar voor zonnekloppers

Na de aparte jaaroverzichten voor bijen, vlinders en libellen hebben we aandacht voor alle overige ongewervelden in dit overzicht. Opvallend daarbij is dat een aantal grote patronen zich over verschillende soortgroepen voordoen. Zo stelden we vast dat vlinders van schrale, droge graslanden een heel slecht jaar hadden (bijv. kleine vuurvlinder en kleine parelmoervlinder), maar dat dat evengoed waar is voor de typische soorten lieveheersbeestjes uit dezelfde graslanden. Voor elfstippelig, vijfstippelig en ruigtelieveheersbeestje werd ten opzichte van 2023 een verschil van resp.- 76%, - 64% en -69% in relatieve verspreiding vastgesteld. Ook het alomtegenwoordige zevenstippelig lieveheersbeestje had geen goed jaar (-48%). 

Afbeelding
Lieveheersbeestjes
Paul Wouters/Marianne Horemans
Twee lieveheersbeestjes van voedselarme, open biotopen (graslanden, heiden) die het vorig jaar niet goed deden t.o.v. het jaar ervoor.

Nog meer warmteminnende soorten die geen topjaar hadden, zijn de zuidelijke insecten die volop bezig zijn met het koloniseren van Vlaanderen. Voor hen werd in 2024 een pauzeknop ingedrukt. Dat viel bijv. op bij een dagvlinder als het kaasjeskruiddikkopje, maar ook bij de boomkrekel. Deze soort zit al meer dan 10 jaar in stijgende lijn in Vlaanderen. In 2024 werd die toenemende trend voor het eerst onderbroken door een lichte terugval in het aantal vindplaatsen. Er zijn echter altijd uitzonderingen. Zo zet de opmars van de zuidelijke citroenzweefvlieg zich wél sterk door. Deze soort, die eigenlijk tot in de Baltische staten voorkomt en dus helemaal niet als mediterraan te bestempelen valt, werd in ons land voor het eerst waargenomen bij Doornik in 2018. De voorbije jaren is de toename in een versnelling geraakt: van waarnemingen in 6 Vlaamse 5x5-kilometerhokken in 2022 ging het naar 13 in 2023 en 24 in 2024. Deze mooie vlieg zit inmiddels ook in het Gentse. Ook de gouden dennenstamjager, een opvallende roofvlieg, neemt steeds meer toe: deze soort zit nu niet enkel meer in de Kempen, maar wordt bijv. ook in Oost-Vlaanderen gezien. 

Afbeelding
Zuidelijke citroenzweefvlieg
Lander Kestemont
De zuidelijke citroenzweefvlieg, een soort in opmars.

Weer nieuwe soorten

Elk jaar opnieuw worden nieuwe soorten aan de Belgische soortenlijst toegevoegd of uitgestorven gewaande soorten herontdekt. Zo werd er in 2024 voor het eerst in honderd jaar weer een hangvlieg waargenomen. En blijkt bij Averbode de superzeldzame verdwenen heidedwerg (een kleine zweefvlieg) voor te komen. Een nieuwigheid voor Vlaanderen is de fonkelbreedvoet. Dit is een opvallend vliegje dat behoort tot de familie van de breedvoetvliegen, waarvan de larven in paddenstoelen leven. De fonkelbreedvoet werd meteen op vier locaties in Vlaams-Brabant waargenomen: in het Pajottenland lijkt ze gevestigd. De exacte leefwijze van deze vlieg is echter nog niet goed gekend. Leptocerus lusitanicus is dan weer een schietmot die voor het eerst in Vlaanderen gezien werd. 

Steeds meer exoten

Een andere trend is de toename van exotische insecten: soorten die hier (doorgaans per ongeluk) zijn ingevoerd. In 2024 werd de dwarsbandkakkerlak voor het eerst méér gemeld dan de inheemse bleke kakkerlak. Van deze zuidelijke soort gebeurde de eerste Belgische waarneming in 2011. Intussen is de dwarsbandkakkerlak in tuinen ingeburgerd - hij leeft niet binnenshuis. Ook bij de cicaden zien we een toename van vnl. Aziatische soorten. De oosterse mozaïekdwergcicade (Orientus ishidae) is intussen helemaal ingeburgerd. Van een andere Oost-Aziatische soort, Hishimonus hamatus, wordt gevreesd dat ze zich hier kan vestigen. Deze soort werd in 2022 voor het eerst gemeld en werd vorig jaar zowel in Hasselt als Brussel waargenomen. De Aziatische cicadensoorten kunnen een rol spelen in de verspreiding van plantenziekten. 

Afbeelding
Grote Limburgse glimmer kaart
Natuurpunt
De grote Limburgse glimmer werd in 2024 op meer locaties waargenomen dan in de drie voorgaande jaren tesamen.

Insecten van vochtige biotopen

Tenslotte was 2024 een jaar waarin ongewervelden die vochtige omstandigheden verkiezen, het over het algemeen goed deden. Zo hebben heel wat langpootmuggen goed geboerd. Ook vliegensoorten waarvan de larven leven in rottend plantenmateriaal waren er massaal. Dat zijn o.a. de bijvliegen, zweefvliegen die oppervlakkig lijken op een honingbij. De blinde bij behoort tot die vliegengroep en was de meest gemelde vlieg in de Insectenzomercampagne. Ook de pendelvliegen, zwart-geel gekleurd en met een gestreept borststuk, hebben een wat gelijkaardige ecologie en beleefden in 2024 een topjaar. Zelfs zeldzamere zweefvliegen die in vochtige biotopen leven, zoals de grote Limburgse glimmer, werden in ongeziene aantallen gemeld. Sterke toenames (ten opzichte van voorgaande jaren) zagen we bij kleine wapenvliegen zoals het zwart speldenknopje en het geelpootspeldenknopje

Voor het eerst in jaren droogde de strooisellaag (in bossen en daarbuiten) niet sterk uit. Daarvan wisten een aantal insecten te profiteren, waaronder de minst gekende van de drie Vlaamse glimwormen: de kortschildglimworm. Het is de enige glimworm die geen licht geeft.

Afbeelding
Trend kortschildglimworm
Jan Soors
De kortschildglimworm laat de afgelopen jaren een toenemende trend zien. De sprong van 2020 naar 2021 is mogelijk te verklaren door de lancering van de vernieuwde ObsIdentify. Maar de piek van 2024 kan enkel verklaard worden door een reële toename.

Niet alleen de kortschildglimworm had een boerenjaar, maar ook slakken. En bijgevolg ook insecten die afhankelijk zijn van die slakken. De slakkenaaskever, die het op huisjesslakken gemunt heeft, werd in 2024 van veel meer locaties gemeld dan het jaar voordien. Ook voor sommige vliegensoorten uit de familie van de slakkendodende vliegen waren het gouden tijden. Sommige slakkendodende vliegen laten zich goed op foto herkennen, bijv. de rooddijtantesidonia (die naam hebben we zelf niet verzonnen, het is een slanke vlieg met rode dijen). Die soort werd in 2024 uit 34 5x5-kilometerhokken gemeld, terwijl het er in 2022 en 2023 telkens 12 waren. 

Als laatste soort vermelden we de waterschorpioen, een opmerkelijke waterwants die in staat is om kleine poelen te koloniseren (jawel, zo’n waterschorpioen kan vliegen). Deze soort zit al enkele jaren in de lift. Een nat jaar als 2024 was echter een extra opsteker. 

De effecten van 2024 werken wellicht ook dit jaar nog door. De komende maanden zal de precieze impact van het weer van vorig jaar op bijv. zandbijen of vlinders nog duidelijker worden. 

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)