Brabantse wouden

Recent was er geregeld sprake van Brabantse wouden en Nationale Parken. De Vlaamse regering maakt zich sterk om na het internationaal gelauwerde Nationaal Park Hoge Kempen, enkele andere natuurparken op te richten. Hoe dat in z’n werk gaat en welke rol de Brabantse wouden hierin spelen, lees je hier.

Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 vermeldt twee types Parken:

1. Nationale Parken zijn omvangrijke gebieden met internationale uitstraling, een uitzonderlijke natuur en een unieke belevingswaarde, die een troef vormen op het vlak van recreatie en toerisme.  Een belangrijke vereiste voor erkenning is dat de gebieden voldoende groot (minimaal 5.000 hectare bij aanvang) en robuust zijn om de uitzonderlijke natuur die ze bevatten op een duurzame manier te beschermen, o.a. tegen het veranderende klimaat.

2. Landschapsparken zijn eveneens omvangrijke gebieden met internationale uitstraling waarbij de klemtoon veeleer ligt op landschapskwaliteit en multifunctionaliteit. Het zijn gebieden waar de langdurige wisselwerking tussen mens en natuur heeft geleid tot een specifiek landschap met een onderscheidende kwaliteit en belangrijke ecologische, abiotische (samenstelling van de bodem, aanwezigheid van water, …), biotische (fauna en flora), culturele of landschappelijke waarden. Vanuit een integrale visie wordt er werk gemaakt van het harmonieus samengaan van landschapsontwikkeling, recreatie, natuur, landbouw, erfgoed, wonen, bedrijvigheid en toerisme.

In onze streek het Agentschap voor Natuur en Bos, de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, de Koninklijke Schenking en de gemeenten Beersel, Bertem, Bierbeek, Halle, Hoeilaart, Huldenberg, Kortenberg, Leuven, Linkebeek, Oud-Heverlee, Overijse en Tervuren aan het oprichten van het Nationaal Park “Brabantse Wouden” dat zich uitstrekt vanaf de oostzijde van het Meerdaalwoud (Mollendaal, de Molenbeek/Parkbeek) tot aan het Hallerbos, inclusief het Zoniënwoud. Het idee daarvoor werd al 40 jaar geleden geopperd door de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud (VHM). VHM stelde het Natuurpark Dijlevallei voor, dat zich zou uitstrekken vanaf Leuven tot ver voorbij de taalgrens. Dat idee werd opgepikt door de voormalige burgemeester van Oud-Heverlee Alexander Binon, die het echter enkel zag zitten tot de taalgrens. Dat is ondertussen een van de concepten voor een nieuw Nationaal Park.

Maar vooraleer het officieel een Nationaal Park wordt, moet het project aan alle vereisten voldoen en zo de titel Nationaal Park verdienen. Om deze horde te nemen werden alle betrokkenen uitgenodigd, waaronder Natuurpunt, om aan een masterplan te werken. Onze vrienden van de VHM zijn opgenomen als kernpartner. We kunnen trouwens alleen maar toejuichen dat ook het Brusselse en Waalse Gewest en natuurverenigingen in Waals-Brabant mee hun schouders onder het project willen zetten zodat het Nationaal park zich kan uitstrekken voorbij de taalgrens. Voor NP Leuven is het belangrijk dat de abdij Van Park in het plan opgenomen wordt als toegangspoort. Dit biedt concrete mogelijkheden voor de ontwikkeling van een groene corridor tussen de abdij en Heverleebos. Ook de Molenbeekvallei wordt via de Bierbeek een blauwe corridor naar het Mollendaalbos.

De vele beleidsstappen beschrijven is onbegonnen werk; het volstaat om te zeggen dat alles in het werk wordt gesteld om te komen tot een robuust Nationaal Park. Met gunstige gevolgen: de Brabantse wouden zijn opgenomen in de shortlist voor de uiteindelijke keuze van 3 Nationale parken en 4 Landschapsparken. Wordt vervolgd… Yves Vanden Bosch