Het contrast tussen de bijzonder kille, natte maanden april en mei dit jaar en de warme, droge voorjaren de afgelopen drie jaar kon moeilijk groter zijn. Dat heeft momenteel ook enorme gevolgen voor vlinders: geen enkele dagvlindersoort haalt normale aantallen momenteel, van de meeste soorten vliegt er amper 40% en een derde van de soorten haalt zelfs geen 20% van de normale aantallen. Droeve tijden voor vlinderliefhebbers!
We werden de afgelopen jaren verwend met zalig voorjaarsweer. Voorjaarsbuien? Een ding van het verleden. Standvastig (te) warm en (te) droog voorjaarsweer werd sinds vorig jaar als “lockdown-weer” zelfs een heus begrip. Het leek wel een verworven recht: het nieuwe, onvermijdelijke normaal, zo leek het wel. Met publiek onderzoek naar droogte en hitte als hot topic er bovenop. Tot de afgelopen twee maanden ons eraan herinnerden dat het anders kan, en vroeger ook vaak anders was. En ook in de toekomst allicht nog zo zal zijn, ondanks toenemende klimaatopwarming en -verstoring.
Toch nog één gelukkige
Voor onze dagvlinders bleek dit allesbehalve een gelukkig voorjaar. Slechts één enkele soort, de grote vos, had echt een goed voorjaar, met meer vlinders dan gemiddeld de afgelopen 12 jaar. Maar deze soort kwam vroeger amper voor en nam de afgelopen jaren snel toe in Vlaanderen: niet zo moeilijk dus om over het langjarige gemiddelde te gaan met een zo snel toegenomen, maar nog steeds heel kleine populatie. Hetzelfde is van toepassing op kaasjeskruiddikkopje, maar die slaagde er zelfs niet in om gemiddeld te vliegen: in feite een flinke terugval tov. recente jaren dus.
Hoe dramatisch is het?
Voor alle andere 21 soorten dagvlinders die momenteel al meer dan de helft van hun eerste vliegperiode achter de rug hebben, is het beeld heel consistent: alle soorten vlogen in veel kleinere aantallen dan gemiddeld de afgelopen 12 jaar. Gemiddeld slechts 40% van normaal en een derde van de soorten haalt zelfs geen 20% van normaal. In onderstaande figuur geeft enkel het vlak dat wit is de proportie weer van vlinders die gevlogen heeft; alles wat rood is, was er niet! We hebben dus veel moeten missen. Op een klassiek corona-wandelingetje ben je tegenwoordig zelfs al blij als je nog eens een koolwitje tegenkomt. Zelfs naar een bont zandoogje of boomblauwtje moet je momenteel zoeken. Soorten die het relatief minder slecht deden waren oranjetipje en citroenvlinder, twee heel vroeg vliegende soorten die nog voor het slechtste weer al flink wat vlieguren presteerden, en de atalanta, een trekvlinder die is komen aanwaaien uit Zuid-Europa tijdens die ene warme dag twee weekends geleden. Aan het andere uiteinde van de grafiek werd er nog geen 10% van de normale aantallen gemeld van landkaartje en bont dikkopje. Die laatste soort heeft sowieso maar een korte vliegperiode en het kan zijn dat die momenteel in uitstelmodus zit en alsnog volop uitkomt de komende week als het wat beter weer wordt. Landkaartje kreeg tijdens de droogte van 2018 een enorme dreun toen door het verdrogen van de waardplanten (grote brandnetel) de rupsen stierven en de soort lijkt daar voorlopig dit jaar allesbehalve van te gaan herstellen.
Het landkaartje doet het de afgelopen jaren erg slecht (foto: Marc Herremans).
Wordt 2021 nu een rampjaar?
Is dit nu de finale klap waaraan we veel vlinders definitief gaan verliezen? Dat hoeft niet zo te zijn. Het spreekwoord zegt wel goed begonnen is half gewonnen, maar gelukkig betekent dat bij dagvlinders niet dat slecht begonnen meteen ook half verloren is. De meeste vlinders vliegen bij ons sowieso pas in de zomer en voor de meest talrijke soorten (zoals bruin zandoogje) moet de vliegperiode nog beginnen. Bovendien is er weinig verband tussen de aantallen vlinders in de lente en die in de zomer: zo waren er bijvoorbeeld ook in het voorjaar van 2013 en 2016 heel weinig vlinders, en werd het in de zomer toch nog behoorlijk druk. Voor sommige soorten is er helemaal geen directe connectie omdat ze ofwel uitsluitend in de lente (bv. oranjetipje) of uitsluitend in de zomer vliegen (bruin zandoogje). Voor veel andere soorten is de lente een aanloop naar een populatieopbouw via meerdere generaties die elkaar opvolgen. En het enige wat voorjaarsvlinders dan moeten doen, is een partner vinden, paren en eieren leggen. Dat is rap gepiept bij vlinders en daar hoeven ze niet zoveel vlieguren voor te presteren. Bovendien zijn alle planten momenteel goed gegoten, dus het risico op verkommeren van de rupsen op uitdrogende waardplanten is bijna onbestaande de komende weken, wat tot een flinke volgende generatie kan leiden. Na een teleurstellende lente voor vlinderliefhebbers wordt het dus spannend, want gegarandeerd goed zal de zomer nu ook weer niet zijn.
Relatieve talrijkheid van voorjaarsvlinders dit jaar in vergelijking met het langjarig gemiddelde (gemelde aantallen van week 6- week 21 gecompenseerd voor variaties in zoekinspanning). De hele oppervlakte die rood kleurt hebben we moeten missen.
En hoe doen de nachtvlinders het?
Ook bij de nachtvlinders is het momenteel kommer en kwel. Normaal volgen de aantallen van nachtvlinders een beetje het omgekeerde patroon van dagvlinders: bewolkt en regenachtig weer - dat ongunstig is voor activiteit van dagvlinders - zorgt doorgaans voor minder snel afkoelende nachten en betere vliegomstandigheden voor nachtvlinders. De voorjaarssoorten waren er wel in redelijke aantallen, zelfs al vanaf eind februari. April is traditioneel een overgangsperiode met weinig nachtvlinders, maar mei vormt een steile aanloop naar piekaantallen in juni. Niks daarvan dit jaar tot hiertoe. Sinds begin mei kachelt het steeds maar verder achteruit tot er nu amper nog een motje in de lichtvallen te vinden is. Ongezien! Dat zouden er op goede dagen meer dan 500 moeten zijn nu. Ook hier wordt het afwachten wat de rest van het jaar brengt. Slecht voorteken bij nachtvlinders is dat de afgelopen twee jaren de aantallen van veel soorten al ondermaats waren.
Resultaten van een meetpunt in het nachtvlindermeetnet te Zichem: terwijl we nu normaal recht hebben op gemiddeld 100 vlinders per nacht per val (maar op goede nachten tot meerdere honderden), kan je ze dit jaar op één hand tellen.
Van 3 tot 25 juli 2021 is er weer de Grote Vlindertelling. Bereid je alvast voor via www.vlindertelling.be
Tekst en foto’s: Marc Herremans (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief