Doorgedreven inspanningen van vrijwilligers van Aculea (de bijen- en wespenwerkgroep van Natuurpunt), in nauwe samenwerking met het bijenteam van Natuurpunt Studie, heeft ervoor gezorgd dat er ook in 2022 enkele bijzondere vondsten gedaan werden in ons land. Zo werd één nieuwe bijensoort voor het land waargenomen en werd ook een uitgestorven gewaande soort herontdekt.
In 2020 en 2021 gaven we al een update over de nieuwste bijenvondsten in België. Zo’n update is echter nooit compleet. Jaar na jaar leren we de bijensoorten die bij ons voorkomen immers beter (her)kennen. Er zit dus vaak een vertraging tussen de feitelijke ontdekking van een nieuwe of uitgestorven gewaande soort en de effectieve bevestiging. Internationale zandbijenexpert Thomas Wood controleerde tijdens een opleiding van de werkgroep in januari 2022 enkele verzamelde exemplaren uit de collecties van de vrijwilligers van Aculea. Eén van de betreffende zandbijen bleek een nieuwe soort voor het land te zijn! Het ging om Andrena assimilis, een soort die tot op heden nog geen Nederlandse naam is toegekend. De bij werd al in 2020 waargenomen, meer bepaald in de Plantentuin van Meise, maar de identificatie volgde dus pas ruim 1,5 jaar later.
Een tweede voorbeeld is de herontdekking van de kleine tubebij (Stelis minuta). Hoewel de bewuste bij al in 2019 gevonden werd, duurde het tot begin 2023 voor het diertje correct op naam gebracht werd toen Win Vertommen zijn eigen collectiespecimens controleerde bij de opmaak van een verdiepende opleiding over de tubebijen. Met het risico dat ook dit een onvolledig overzicht wordt, geven we hier alvast een voorlopige update over de meest bijzondere vondsten uit 2022.
Straffe vondsten uit 2022
De twee meest opvallende vondsten voor 2022 komen beide uit het eerste weekend van juli. Zo werd de rotsmetselbij (Hoplitis villosa) op 2 juli herontdekt voor het land. Het betreffende vrouwtje werd gevonden door David de Grave in de gemeente Büllingen (Duitstalig België). Rotsmetselbij is vermoedelijk een koudeminnende soort die historisch verspreid in Wallonië voorkwam met ook enkele oude waarnemingen uit Zuid-Limburg in Nederland, de Voerstreek en Groot-Hertogdom Luxemburg. De soort werd voor het laatst waargenomen in ons land in 1974 (Gembloux). Rotsmetselbij maakt haar nestjes voornamelijk tussen scheuren en spleten in steen. Ondanks het feit dat de soort herontdekt werd in België, is er geen reden tot feesten. De habitats waar de soort sterk aan gelinkt wordt, namelijk stenige biotopen als steengroeves in een koeler microklimaat, staan immers sterk onder druk. Gezien het koele microklimaat in de streek waar de soort afgelopen jaar gevonden werd, is zo mogelijk één van de laatste plaatsen waar de soort nog voorkomt of kan voorkomen.
De tweede vondst betreft de zwartbuikwespbij (Nomada errans). Amper 1 dag na de vondst van de rotsmetselbij vond Maarten Wielandts een koppeltje van deze koekoeksbijen in Maasmechelen. De naam ‘koekoeksbij’ is een verzamelterm voor alle bijen die hun eitjes leggen in de nestjes van andere bijen, net zoals de vogel dat doet. Koekoeksbijen parasiteren meestal slechts 1 tot enkele specifieke soorten. Zo legt de zwartbuikwespbij haar eitjes enkel in de nestjes van de schermbloemzandbij (Andrenanitidiuscula), een zeer zeldzame soort die vreemd genoeg nog niet waargenomen werd op de locatie.
In West-Vlaanderen tenslotte, werd de zeer zeldzame grote behangersbij opnieuw waargenomen. In de zomer van 2022 werd één mannetje van deze grote bijensoort in provinciedomein De Gavers in Harelbeke aangetroffen. Deze soort werd in 2020 herontdekt voor ons land, meer bepaald in het provinciedomein Bergelen. Daarvoor was het al van voor de jaren ’50 geleden dat deze liefhebber van bloemrijke graslanden met veel knoopkruid werd waargenomen.
(foto: Grote behangersbij, Yves Gevaert)
Opstart monitoring donkere klokjeszandbij
Op 18-19 en 25-26 juni 2022 zette Aculea, in samenwerking met Natuurpunt Studie, samen de eerste monitoring op poten van de donkere klokjeszandbij. Deze zeldzame soort is de laatste decennia sterk achteruit gegaan in Vlaanderen. De soort verzamelt het stuifmeel voor haar nakomelingen enkel op klokjes, maar doordat bermen en andere groenzones te vaak en op de verkeerde momenten gemaaid worden, wordt het steeds moeilijker om voldoende stuifmeel te vinden voor haar nakomelingen. Door de overblijvende populaties in Vlaams-Brabant in kaart te brengen, hopen we in de komende jaren een exact beeld te krijgen waar desoort nog voorkomt om ze zo gericht te kunnen beschermen. In 2022 werden de bermen tussen Tervuren en Overijse geïnventariseerd. In 2023 wordt de monitoring verder gezet en verplaatsen we onze zoekzone richting Halle – Sint-Genesius-Rode.
2022 in een notendop
Ondanks de leuke vondsten werd het in de zomer van 2022 duidelijk dat de zomerse overstromingen van het jaar ervoor een grote impact gehad hebben op onze wilde bijenpopulaties. Zo viel het op dat er veel harder gezocht moest worden om bijen te vinden in vergelijking met andere jaren. Momenteel blijft het nog altijd moeilijk om dit te staven aan de hand van data.
Tekst: Win Vertommen en Jens D’Haeseleer (Natuurpunt Studie)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief