De voorbije dagen kwamen bij Natuurpunt en bij de brandweer heel wat meldingen binnen van bijen in de tuin. Bezorgde burgers vragen zich af of het wel veilig is en hoe ze er best mee omgaan. Bijenwerkgroep Aculea van Natuurpunt zet de puntjes op de –i-.
De meeste meldingen van bijen in gazons hebben betrekking op Grijze zandbijen of Grasbijen, zo blijkt uit foto’s die mensen insturen. Net als de meerderheid van de wilde bijen in ons land graven deze bijen een nestholletje in de grond. En hoewel het solitaire bijen zijn die niet samenwerken met andere bijen, maken vele zandbijen vaak hun nestgang vlak bij elkaar. Zo ontstaan nestaggregaties die soms duizenden nestjes kunnen omvatten. Best indrukwekkend om te zien.
Grijze zandbij (foto: Paul Wouters/Marianne Horemans)
Door de verlate lente en koude maartmaand is de activiteitspiek van de zandbijen dit jaar nog meer geconcentreerd. Misschien nodigt al dat zoemend gewemel niet uit om over je gazon te lopen, maar in principe hoef je er geen schrik voor te hebben. Zandbijen hebben geen angel die door de huid van een mens kunnen prikken. Ze zijn dus absoluut ongevaarlijk. Ook de zwart-gele wespbijen, die tussen de zandbijen rondvliegen, zien er veel gevaarlijker uit dan ze zijn. Wespbijen leggen hun eitjes in de nestgangen van zandbijen: het zijn dus koekoeksbijen.
Wel zijn er enkele andere grondbewonende bijensoorten die best een prikje kunnen geven. De Grote zijdebij is een vrij algemene soort, die echter veel bruiner is en gekenmerkt wordt door een ‘fluffy’ borststuk. Maar ook Grote zijdebijen zijn zachtaardig: ze vallen niet aan en zullen enkel steken als je er bijvoorbeeld per ongeluk je voet of hand op zet. Bloedbijen, die opvallen door hun rood achterlijf, parasiteren op zijdebijen en neem je ook best niet vast met de blote hand. Mensen met Grote zijdebijen in de gazon kunnen best vermijden het gazon met blote voeten te betreden tussen half maart en half mei.
Eerder een zegen dan een plaag
Kortom, van de grondbewonende bijen hoef je niet echt schrik te hebben. Ze dragen bij aan de bestuiving van bomen en gewassen en zijn nooit agressief. Daarnaast heeft geen enkele solitaire bij een honingvoorraad of koningin te verdedigen wat ze meteen een stuk zachtaardiger maakt dan pakweg honingbijen of limonadewespen. Ook de drukte rondom je bijenhotel hoeft je geen angst in te boezemen. Zelfs als je bij de bezette nestgangen staat, zullen de bewonende bijen je nooit aanvallen. Het gaat dan vooral om metselbijen, courante bewoners van bijenhotels. Ook kunnen metselbijen hun nestgangetje maken in de voegen in stenen muren of een bestaand holletje bezetten, bijvoorbeeld in een raamkozijn, een oud boorgat of de gaten in de tuintafel. Metselbijen brengen echter geen schade aan: je kan de beestjes er rustig laten zitten.
Later in het jaar zijn het vooral de kleine, zwarte Tronkenbijen die de overhand hebben aan het bijenhotel. Zij zijn amper 6 mm groot en, opnieuw, totaal ongevaarlijk.
Kunnen imkers een uitkomst bieden bij bijen in de tuin? Nee, helemaal niet. Imkers kunnen enkel hulp bieden als een zwerm honingbijen is neergestreken in je tuin. En dat is iets dat eerder in de maand mei gebeurt.
Haalt het iets uit om de brandweer te bellen? Ook niet. De brandweer komt ter plaatse als een wespennest bestreden moet worden. Tegen onschuldige zand- of metselbijen treden zij (gelukkig) niet op.
Nesten van Grijze zandbij (foto: Paul Wouters/Marianne Horemans)
Tekst: Wim Veraghtert & Jens D’Haeseleer, Aculea
Foto's: Paul Wouters & Marianne Horemans
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief