Onze Natuur. Na het bioscoopsucces van Onze natuur is er nu ook de langverwachte docureeks op Canvas en VRT MAX. Water, aarde, lucht, vuur, hout en steen. Die zes elementen in de natuur vormen de rode draad doorheen de reeks. In de zevende en laatste aflevering brengen wetenschappers, filmmakers en natuurexperten extra duiding bij de rol die wij als mens al dan niet kunnen spelen in onze natuur. Hoofdrolspelers in de reeks zijn uiteraard de dieren en planten. Natuurpunt zoomt de komende weken ook uit naar het leefgebied van deze soorten. Hoe is daarmee gesteld? Wat loopt er goed en wat kan beter?
Vandaag: AARDE
Bescherm de zee: oorsprong van alle leven op onze aarde
In de tweede aflevering van “Onze Natuur” ligt de focus op aarde. Uit aarde komt het leven en naar aarde zal het wederkeren. Het is zo vanzelfsprekend dat de hele planeet naar aarde vernoemd is. Ook al is 71% van die aarde verborgen... onder water. De documentairemakers starten de aflevering van “Aarde” dan ook onder water: op de bodem van de Noordzee.
De zeebodem als fundament voor alle leven in zee
Mooie riffen spotten is niet exclusief voorbehouden aan verre snorkelvakanties aan de Australische kust. Het grijze water van onze Noordzee herbergt zijn eigen riffen. Naast zandbanken, scheepswrakken en windmolensokkels, vind je in het westelijk gedeelte van de Belgische Noordzee ook grindbedden, met keien en zelfs heuse rotsblokken die verspreid over de zeebodem liggen. Mosselen en oesters kunnen zich er vasthechten en de grindbedden vormden de perfecte ondergrond voor grote populaties van de Europese platte oester. Die oesterbanken vormden op hun beurt dan weer een leefgebied voor andere soorten. Vroeger was een vijfde van het Belgische deel van de Noordzee bedekt met platte oesterbanken, maar door visserij, ziektes en vervuiling zijn die nagenoeg geheel verdwenen. Vooral de visserij met de boomkor (bodemberoerende visserij) is funest voor deze oesterriffen.
(c) Joost Van Uffelen
Het verdwijnen van deze trekpleister brengt een cascade-effect op gang dat zich laat voelen tot in de top van het voedselweb. Oesterriffen en mosselbanken filteren het zeewater schoon en vormen een rust- en paaigebied voor vissen als schol, kabeljauw en zeebaars. Die trekken op hun beurt dan weer haaien, roggen, bruinvissen en zeehonden aan. De schelpdierbanken bieden een harde ondergrond waar bijvoorbeeld de dodemansduim, een zacht koraal, zich op kan vestigen. Haaien, roggen, kleinere vissen en ook de zeekat (een inktvis) kunnen er hun eieren op afzetten. Daarnaast komen allerlei zeevogels af op de vele kleine visjes en garnalen die op en rond schelpdierbanken leven. De soortenrijkdom in oesterriffen is tot wel zestig procent hoger dan op nabijgelegen zandige bodems. Herstel van grindbedden en oesterriffen op de zeebodem zou een speerpunt in het beleid moeten zijn. In Nederland zijn er reeds enkele succesvolle herstelacties aan de gang: het uitzetten van jonge platte oesters, die dan riffen gaan vormen. Mogelijke uitzetlocaties zullen gevrijwaard moeten zijn van bodemberoerende visserij. Denk aan uitzetten en experimenteren nabij scheepswrakken, olie- en gasplatforms en offshore windparken. Ook mariene reservaten zijn mogelijk geschikt.
Om deze vorm van natuurontwikkeling en –herstel te kunnen realiseren moet in het Marien Ruimtelijk Plan in geschikt gebied (bij voorkeur in Natura 2000-gebied) een voldoende grote zone (of zones) voorzien worden, waar alle bodemberoerende activiteiten uitgesloten zijn. Vanuit Europa wordt gepleit voor 30% beschermd gebied op de Belgische Noordzee, met wettelijk bindende doelstellingen voor natuurherstel. Vanuit Natuurpunt vragen we om daarvan 10% af te bakenen als ‘no go zone’ (= een marien reservaat). Op deze manier geven we het onderwaterleven zijn fundament weer terug en bouwen we aan een broodnodige en duurzame kustbescherming.
Zorg voor rijk gedekte tafel voor zeevogels
(c) Reinhardt Strubbe
Het klimaat verandert en extreme weersomstandigheden nemen toe. De zeespiegel stijgt ook bij ons. Studies werken verschillende scenario’s uit en voorspellen dat tegen 2100 het zeepeil tussen de 14 en 93 cm hoger zal zijn aan onze Belgische kust.
Om de gevolgen van klimaatverandering aan te kunnen, moet de natuur aan onze kust versterkt worden. De kracht van de stijgende zee is immers zo groot dat ze niet enkel opgevangen kan worden met hogere dijken, opgespoten stranden of eilanden. We vergroten onze weerbaarheid ook door embryonale duinen de kans te geven uit te groeien tot stevige buffers. De eerste daad om dit te bereiken is het beëindigen van de machinale strandreiniging. Handmatige strandreiniging is een haalbaar alternatief, zie bv. het vrijwilligersinitiatief van de Proper Strand Lopers, die nu al veel opruimacties doen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat het ook met professionele krachten betaalbaar is. Een extra pluspunt is dat door het handmatig verwijderen van niet-natuurlijk afval, de natuurlijke vloedlijn blijft liggen. Deze bestaat uit schelpen, wieren, ... en vormt een bron van voedsel voor zeevogels.
(c) Gert Vanautgaerden
Instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) voor duinen worden momenteel niet gehaald. Speciaal beschermde gebieden (VEN, Natura 2000) worden niet effectief en onvoldoende beschermd. Er is nochtans al een wettelijk kader voor duinbescherming en duinuitbreiding. Verschillende duingebieden en stukken strand zijn aangeduid als natuurgebied, speciale beschermingszone, VEN-gebied ... Dit zorgt voor de theoretische bescherming van duin en strand, maar in de praktijk wordt deze bescherming niet gehandhaafd. De wetgeving is er, we moeten deze nu finaal implementeren. Een overkoepelend beheerplan voor de ganse kust en opname van natuurbescherming in strandconcessies kunnen hier duidelijkheid bieden.
Auteur: Sarah Tilkin (Natuurpunt Beleidsmedewerker Noordzee, kust & visserij)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief