Afbeelding
Groenling
Luc Meert

Aftellen naar Het Grote Vogelweekend

24 jan 2022
Categorieën
Natuurbericht

Nog 5 keer slapen: in het weekend van 29 en 30 januari tellen we weer onze tuinvogels. Vorig jaar gebeurde dat massaal en de verdere toename van het aantal natuur- en vogelliefhebbers dit jaar, eigenlijk sinds corona, stelt een nog hogere deelname dit jaar volledig binnen de verwachting. Inderdaad, we zijn ambitieus. Maar wat mogen we verwachten? We zien klassiek ‘hedendaags winterweer’, lees: het is zacht. Geen vriestemperaturen. Daardoor zullen vooral de ‘vaste’ vogels in de tuin opduiken.

Ergens is dat goed nieuws: vooral wanneer onze wintervogels grote honger hebben omdat ze in de natuur niet voldoende voedsel vinden, zakken ze massaal af naar wat we in onze tuinen aanbieden. In 2021 diende zich amper een week na de tuinvogeltelling een stevige winterprik aan, waardoor vele vogels in de problemen kwamen maar tijdens de telling zelf was het zacht en vochtig, een beetje zoals nu dus.

Ziektes

Voor de merel wordt het  afwachten of we terug een lichte toename zien. Noordelijke merels overwinteren nu in redelijke aantallen in o.a. bossen en duinen, maar die zijn niet geneigd om naar kleine tuinen te komen. In de tuin laten merels na de dramatische impact van het usutuvirus vooralsnog een pijnlijke leegte achter. Dat geldt zo mogelijk nog meer voor de zanglijster, het iets kleinere en veel schuwere, gevlekte familielid van de merel, die eveneens zeer gevoelig is aan dat virus.

We zijn ook benieuwd naar de resultaten van de groenling, een opvallende groene vinkachtige met geel in staart en vleugels. De aantallen zijn dramatisch gecrasht omdat zij erg gevoelig zijn voor de parasitaire aandoening Trichomonas gallinae, ook wel het geel genoemd. Ook voor de houtduif is dit een bedreigende ziekte, maar hun aantallen zijn zo robuust dat zij die aanslag beter kunnen opvangen. Groenlingen zijn al sterk afgenomen en we zien en horen ze alsmaar minder op plaatsen waar ze enkele jaren geleden nog broedden.
Hier hoort ook een belangrijke boodschap bij voor de tuinvogelliefhebber, want de verspreiding van deze ziekte wordt in de hand gewerkt wanneer we vogels op één plaats concentreren, zoals op een voederplaats. Iedereen kan deze bijzonder besmettelijke parasiet mee trachten in te dijken door de voederplaats hygiënischer te maken door zowel de plank te reinigen als het oude zaad regelmatig te verwijderen en te verversen. Wanneer je zieke vogels opmerkt bij de voederplaats, stop je best meteen met voederen voor een paar weken.

Uitkijken naar

De resultaten van de telling volgend weekend laten zich niet zo gemakkelijk voorspellen. Dat is net het boeiende. Wel weten we dat er momenteel geen grote invasies zijn en omdat er weinig boomzaden waren (vooral beukennoten zijn belangrijk) bleven er relatief weinig vogels overwinteren. Maar dat kan een keerzijde hebben: gebrek aan voedsel in de bossen doet ze wel meer naar de tuinen komen. Een deel van de kepen, die vooral tussen half oktober en half november massaal (en meer dan vorige jaren) door ons land trokken, is ter plaatse gebleven (kijk op deze animatie hoe de keep zich in 2021 door West-Europa bewoog). Voor deze soort verwachten we een beter resultaat dan voorgaande jaren.
Waar er veel elzen staan worden groepjes sijzen gezien maar in welke mate die de omschakeling naar pinda’s al gemaakt hebben, is nog niet duidelijk. In de buurt van fruitboomgaarden met achtergebleven appels zijn lokaal aardige groepen kramsvogels aanwezig. Of die naar de tuin afzakken, is vooral afhankelijk van de frequentie waarop men voedsel aanbiedt en de aard van het aanbod. Zo verschijnen kramsvogels niet in tuinen waar alleen zaden aangeboden worden; zij hebben fruit of bessen nodig. Ga voor wat inspiratie nog snel naar onze website

Vaste gasten

Er is uiteraard ook een ‘vast scenario’ van soorten die steevast in je omgeving zitten en haast in iedere tuin opduiken, zoals vinken, mezen of roodborstjes. Zij zullen het vooral zijn die de race gaan bepalen. Tot dat vaste scenario behoren ook standvogels, zoals onze huismus, die vooral in groepjes te zien is waar er nog voldoende schuil- en broedplaatsen in de buurt aanwezig zijn. Wanneer er in de buurt een gevel vol klimop of een stevige haag aanwezig is waaruit dagelijks uitbundig getsjilp weerklinkt, dan is de kans groot dat zij ook jouw voederplaats zullen bezoeken.

Mees, mus of vink, het ziet ernaar uit dat zij de sprint in gang zullen trekken dit weekend, maar wie het wint en welke andere soorten zich daar zullen tussen mengen en mee de top 10 volschrijven, dat zal het weekend moeten uitwijzen.

En wat met de vogelgriep?

De vogelgriep woedt sterker dan ooit tevoren en in alle provincies wordt momenteel vogelgriep vastgesteld. Vooral watervogels  leggen soms massaal het loodje.
Maar ook in onze tuinen moeten we alert zijn. Wanneer er geen kooi- of erfvogels in of rond je tuin aanwezig zijn, kan je het voederen op de ‘normale wijze’ uitvoeren. Echter, wanneer dat wel het geval is moet je een afweging maken: als je niet voldoende kan garanderen dat de tuin- van de erfvogels gescheiden blijven, is het beter om niet te voederen zolang de vogelgriep in het land is.
De huidige toestand kan je hier opvolgen. 

Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)