Afbeelding
Stefan Cruysberghs

2019 is topjaar voor veldmuizen, en daardoor ook voor uilen

2 aug 2019
Categorieën
Natuurbericht
Organisatie

Dankzij de uitzonderlijk droge zomer vorig jaar, gevolgd door een zachte winter en lente met zeer weinig neerslag zijn er momenteel enorm veel veldmuizen. Resultaat: steenuilen en kerkuilen hebben per nest 1 of 2 eieren méér gelegd dan anders. Bovendien zijn de jongen ongeveer een maand vroeger uitgevlogen.

De jongen van de steen- en de kerkuil verlaten rond dit ogenblik het nest. Dat is minstens een maand vroeger dan in een ‘normaal’ jaar. Daarnaast zijn ook de legsels dit jaar groter dan normaal. Steenuilen leggen in een doorsneejaar maximaal 5 eieren. Dit jaar werden al verschillende legsels van 6 eieren aangetroffen. De jongen groeien goed en op veel plaatsen vliegen momenteel 4, 5 of zelfs 6 jongen uit.

Kerkuilen leggen meestal 5 eieren, soms 6, maar dit jaar werden legsels gevonden van 7 eieren. Zo’n jonge kerkuil eet vijf muizen per nacht. Zijn er 7 jongen, dan betekent dat dat oudervogels, die pas beginnen jagen rond 23 uur, wanneer het pikdonker is, 35 muizen moeten vangen. Rond 5 uur ’s morgens, wanneer het licht wordt, stopt de jacht en moet de teller (met de oudervogels meegerekend) op 45 muizen staan. Als het muizenaanbod zo goed blijft als het nu is, wordt in juli mogelijk nog een tweede reeks eieren gelegd.  

Afbeelding
kerkuil25.jpg

Tijdens het ringen bleek: uilenkroosten zijn dit jaar groter dan gemiddeld (foto: Philippe Smets)

En onze andere uilen? Die laten zich minder goed monitoren, omdat ze broeden in bomen, en niet in nestkasten. Voor de bosuil, waar de jongen uitgevlogen zijn in april, was het een eerder ‘normaal’ jaar, niet uitzonderlijk beter dan vorig jaar (maar noteer daarbij dat de soort al enkele jaren in de lift zit).

Ook onze vierde uilensoort, de ransuil, is de laatste jaren een stijgende trend te noteren. Vanaf eind mei en in juni was bij valavond op heel wat plaatsen de klagende bedelroep van de jongen te horen. Om een idee te geven wat de dichtheid en de spreiding betreft, zijn waarnemingen welkom op www.waarnemingen.be

Tekst: Philippe Smets (0475 60 55 43), Steenuilenwerkgroep Natuurpunt