Afbeelding
Frank Van de Meutter

1.254 soorten beestjes in één tuin in Tessenderlo

17 feb 2016
Categorieën
Natuurbericht

Tijdens een zeven jaar durende studie trof onderzoeker Frank Van de Meutter 1254 verschillende soorten insecten van 8 soortgroepen aan in zijn tuin. Dat is naar schatting 45 % van alle Vlaamse soorten in de onderzochte groepen. De studie bewijst dat ecologische tuinen een belangrijke rol kunnen spelen in het behoud van biodiversiteit.

In de tuin werden ondermeer 30 soorten dagvlinders, 29 soorten kokerjuffers, 20 soorten lieveheersbeestjes, 171 soorten zweefvliegen en 947 soorten nachtvlinders aangetroffen. Die soorten, waaronder een aantal erg zeldzame, planten zich niet allemaal voort in de tuin, maar komen er ook voedsel zoeken.

Toegegeven: de ‘tuin’ van de onderzoeker is niet echt representatief voor een Vlaamse tuin: een ecologisch beheerde oppervlakte van 1 hectare die dan ook nog in de nabijheid van een groot natuurgebied, Averbode Bos en Heide, ligt. De tuin bevat een moestuin, een grasland en is doorsneden door houtkanten van meidoorn, sleedoorn en zomereik. Niet elke Vlaamse tuin biedt zo’n gevarieerde aanblik, maar wat de studie alvast bewijst is dat zo’n ecologische tuin kan bijdragen tot een hogere landschapskwaliteit en dat veel soorten er hun toevlucht kunnen vinden.

Hoe verhoudt de soortenrijkdom in deze tuin zich tot die in natuurgebieden? Uit de studie blijkt dat de soortenrijkdom en -diversiteit van zweefvliegen (een goed bestudeerde soortgroep) in de tuin in Tessenderlo duidelijk lager is dan deze in grote bosgebieden in Wallonië, maar wel hoger dan in bosgebied in een agrarische regio in Oost-Vlaanderen. Dit wijst erop dat de natuurlijkheid van de ruime omgeving mee bepaalt hoeveel soorten je in een gebied (of je tuin) kan vinden, maar ook dat bijna al die soorten blijkbaar best graag in een natuurlijke tuin vertoeven. Er zijn natuurlijk ook veel (vaak ernstig bedreigde) soorten, die je nooit in tuinen zal zien, omdat ze in specifieke habitats leven die je nooit in tuinen vindt (bijvoorbeeld broekbos, duinen of veen). Vooral soorten van bossen en graslanden, niet toevallig twee natuurtypes die wel veel in tuinen te vinden zijn, werden het meest gespot in de tuin.

Belangrijker dan de uitkomst van de race om de hoogste biodiversiteit, is de wisselwerking tussen natuurgebieden en natuurlijke tuinen. Tuinen kunnen deels remediëren aan de achilleshiel van de Vlaamse natuur: versnippering. Heel veel diersoorten maken gebruik van verschillende hulpbronnen en habitats die verspreid liggen over het landschap, waarin tuinen een belangrijke schakel kunnen vormen (bijvoorbeeld bij nectarbevoorrading). Een aantal soorten kan gewoon toevallig in tuinen opduiken tijdens zwerfbewegingen. Maar zelfs dan kan een belangrijke rol weggelegd zijn voor tuinen: voor nachtvlinders gebonden aan bossen bleken natuurlijke structuren (houtkanten, bomen) in een open landschap een belangrijke gidsfunctie te hebben. In een tijd waarin natuur buiten de natuurgebieden erg onder druk staat, neemt het belang van tuinen toe als natuurverbindingsgebied. Met een oppervlakte die groter is dan die van alle natuurgebieden samen, kunnen tuinen bijdragen om de basisnatuurwaarde van het Vlaamse landschap te vrijwaren.

Tekst & foto's: Frank Van de Meutter, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Volledig artikel: ‘Hoeveel soorten zitten er in jouw tuin? Zeven jaar biodiversiteit monitoren in een natuurlijke tuin.’ (Frank Van de Meutter), een studie die onlangs verscheen in het tijdschrift Natuur.focus.

Abonneer je op Natuur.focus

Lees tips om zelf werk te maken van een tuin vol beestjes