Afbeelding
David Galens

100 Baardvleermuizen en Oost-Vlaams erfgoed gered

13 nov 2015
Categorieën
Natuurbericht

De Oost-Vlaamse Zwalmstreek herbergt vele pareltjes. Eén daarvan is de zolder van het sympathieke Sint-Gangulphuskerkje in Paulatem. In dit kleinste dorpje van Oost-Vlaanderen huist de grootste gekende Oost-Vlaamse kolonie Baardvleermuizen. Een houtwormprobleem vormde een risico voor het antieke kerkje én voor de vleermuizen. Dankzij een samenwerking tussen de Oost-Vlaamse Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt, Monumentenwacht Oost-Vlaanderen en de aannemer liep het goed af.

De 100-koppige kolonie van de Baardvleermuizen behoort ook tot de top 3 in Vlaanderen en is gerust van nationaal belang te noemen. Dat een kolonie van dergelijke grootteorde op deze kerkzolder huist, is niet toevallig. De Sint-Gangulphuskerk ligt vlak bij het bosrijke kasteelpark Ten Bieze, dat dienst doet als jachtgebied voor de vleermuizen. Daarnaast is dit monumentje één van de weinige monumenten die niet ten prooi gevallen zijn aan een overdosis verlichting. Vleermuizen, en zeker Baardvleermuizen, zijn immers heel lichtschuwe dieren.

Deze kolonie wordt jaarlijks opgevolgd en kent een gestage maar zekere groei. Het grote nadeel van kolonies is hun kwetsbaarheid door het relatief grote aantal dieren in éénzelfde ruimte. In het antieke Sint-Gangulphuskerkje rees het probleem dat altaar- en meubelstukken te kampen hadden met houtwormaantasting. Om het erfgoed te behoeden voor verder verval was een behandeling dan ook noodzakelijk. Dergelijke aantasting wordt doorgaans behandeld door de ruimte te begassen met zwaveldifluoride, een toxisch anorganisch gas dat al sinds de helft van de vorige eeuw wordt gebruikt als fumigatiemiddel. Om dergelijke klus tot een goed einde te kunnen brengen moet de buitentemperatuur voor en tijdens de begassing hoog genoeg liggen, minstens 15°C. Omwille van het ideale seizoen naar ontwikkeling van de insecten (uitkomen van de eieren) wordt dergelijke behandeling in de periode juni-juli-augustus uitgevoerd. Maar voor vleermuizen is dit net middenin de kraamtijd, één van de meest kritieke periodes. 

Afbeelding
paulatem_baardvleermuisje_loert_van_tussen_de_zolderbalken_foto_joachim_de_maeseneer.jpg

Baardvleermuisje loert van tussen de zolderbalken (foto: Joachim De Maeseneer)

Begassen in het midden van de winter lijkt dan misschien een logische keuze maar is omwille van het beoogde doel niet effectief. De insecten zitten dan in hun diapauze, een fysiologische staat van ontwikkelingsstilstand, en nemen daardoor onvoldoende gas op. Maar gelukkig is de lokale kerkfabriek ‘haar’ kolonie zeer genegen en daarom werd samen met Monumentenwacht Oost-Vlaanderen en aannemer Anticimex bekeken om alles in het werk te stellen zodat impact tot een absoluut minimum kon beperkt blijven. Gelukkig was het houtwerk op zolder niet aangetast zodat deze ruimte niet behandeld hoefde te worden. Daarom werden alle gaten en openingen naar de zolder toe hermetisch afgeplakt. 

Om ook de hogere delen zoals het preekgestoelte en hoger gelegen plaatsen in altaarstukken te kunnen bereiken wordt door middel van een ventilator voor voldoende opwaartse luchtstroom gezorgd zodat de gasconcentratie gelijk over de gehele te begassen ruimte verdeeld wordt. Dit geeft een lichte turbulentie waarbij er nooit 100% zekerheid is dat er geen gas in de zolder kan binnendringen. Daarom werd geopteerd om de behandeling zo laat mogelijk uit te voeren, in oktober. De jonge dieren zijn dan al vliegvaardig terwijl de kolonie stilaan afneemt in grootte als gevolg van de migratie naar elders gelegen winterverblijven.

Afbeelding
paulatem_sint-gangulphuskerk_foto_david_galens.jpg

Een streling voor het oog én een zegen voor de vleermuizen: de Sint-Gangulphuskerk in Paulatem (foto: David Galens)

Door de goede samenwerking kon deze kolonie goed gemonitord worden voor en na de werken om een eventuele impact te meten. Na de werken bleek dat de kolonie de werken goed doorstaan had. Om die positieve afloop, vlotte samenwerking en geleerde lessen ook bij andere kerkrestauraties te kunnen toepassen, stelde de Oost-Vlaamse Vleermuizenwerkgroep een protocoltekst op die aan de koepel van Monumentenwacht zal bezorgd worden.  Van daaruit zal dit dan verder verspreid worden naar alle betrokkenen. Voorafgaand aan dergelijke werken wordt vleermuizenmonitoring verricht en wordt overlegd hoe de impact op vleermuizen zo klein mogelijk kan gehouden worden. Want bijvoorbeeld ook houtbehandeling op zolder en dakwerken kunnen een zware impact hebben indien geen rekening gehouden wordt met vleermuizen. Dat is een belangrijke stap voorwaarts in de actieve bescherming van vleermuizen. De sterk bedreigde zoogdieren maken vaak al eeuwen gebruik van deze gebouwen waardoor ze als ecologisch erfgoed onlosmakelijk verbonden zijn geraakt met ons cultureel erfgoed.

Met een vleugelspanwijdte van circa 20 cm en een lichaamsgewicht tussen 4 en 8 gram is de Baardvleermuis een eerder kleine vleermuissoort. Baardvleermuizen hebben een donkere, vaak zwarte snuit en zwarte oren. De buikvacht varieert in verschillende grijstonen en staat sterk in contrast met hun donkerbruine tot hazelnootkleurige rugvacht. Nog een typisch lichaamskenmerk zijn de brede vleugels en hun eerder levendig karakter.

Tekst: David Galens, Oost-Vlaamse Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt
Volg de werkgroep op de voet via Facebook
Foto's: David Galens & Joachim De Maeseneer

Het Agentschap voor Natuur en Bos werkte deze nutttige handleiding uit om kerkzolders vleermuisvriendelijk in te richten.