QR0 - Derde Beek - Intro

De streek tussen Kleine Nete en Aa is een bijzonder mooi en gevarieerd gebied met diverse biotopen en typische Kempense landschappen.

In 1994 werd door Natuurpunt een eerste perceel aangekocht, met een oppervlakte van een halve hectare. Stelselmatig werden waardevolle percelen bijgekocht. Ruim 10 jaar later was er al 17 hectare in beheer. De laatste jaren ging het pijlsnel met o.m. belangrijke aankopen van enkele adellijke families.

Ondertussen is dit gegroeid tot een gebied van meer dan 100 hectare. Al in 2003 werd het Schupleer-Graafweide door de Vlaamse regering officieel erkend als natuurgebied.

Tijdens deze “Derde Beek Wandeling” kunnen jullie niet alleen kennismaken met een erg rijke fauna en flora, maar ook met een stuk geschiedenis dat hier werd geschreven.

Hier aan het startpunt van de wandeling vind je de Schapenstal. Een eiken gebinte van een 18de -eeuwse stal werd aangekocht in Retie. Met aloude technieken werd ze door tientallen vrijwilligers in zijn authentieke vorm terug opgebouwd.

Zij functioneert nu als ontmoetingsruimte waar tientallen activiteiten plaatsvinden. Een gedeelte van de stal wordt gebruikt als schaapskooi voor de kudde Kempense Heideschapen die het natuurgebied begraast.

Het Schupleer is bijzonder waterrijk. Tussen Vorselaar en Grobbendonk meandert de Kleine Nete nog als één van de zuiverste én visrijkste rivieren van Vlaanderen. Aan de historische watermolen in Grobbendonk mondt de Aa uit in de Kleine Nete. Het landschap bestaat uit natte wei- en hooilanden, broekbossen, ruigtes en rietkragen. Aan de zuidkant van het gebied tref je de beboste duinen van de Kempense heuvelrug aan.

Het lager gelegen deel van Schupleer is een natuurlijk overstromingsgebied waar in natte winters vele hectaren broek en weideland blank komen te staan. De naam van het gebied verwijst volgens sommige bronnen naar het harde labeur van onze voorouders die in de vallei van de Aa moerasijzererts of “ijzermaal” ontgonnen. Het ijzersteen moest naar de losplaats ter hoogte van de priorij van den Troon in Grobbendonk worden gebracht. De platte schuiten trok men met mankracht. Om de afstand te beperken groef men tussen Aa en Nete verschillende kanaaltjes. Enkele van deze “keelen” zijn nu nog in het landschap zichtbaar en hebben het ook zijn naam gegeven. “Schupleer” verwijst immers naar oudere vormen van “schip” en “leiden”, en betekent zoveel als “geleide of gegraven waterloop”. De ijzerlagen vormen een harde, ondoordringbare bodemlaag die het kwelwater, dat in het gebied wordt opgestuwd, zijn typische rode kleur geeft.

Natuurpunt beheert verschillende delen van het gebied. In de valleien staat het bewaren en herstellen van het open en natte karakter centraal. Hooilanden worden planmatig gemaaid, zodat oorspronkelijke bloemen en kruiden opnieuw kansen krijgen. Dankzij dit beheer zijn planten zoals het moerasviooltje, de zompzegge en veenpluis verveelvoudigd. Typische vogels zoals kleine karekiet, ijsvogel, roodborsttapuit hebben hier hun stek. Salamanders, padden en kikkers hebben het naar hun zin in de poelen die werden uitgegraven. Op de hoger gelegen stukken werkt Natuurpunt aan het herstel van het oorspronkelijk Kempens landschap met zijn mozaïek van bos, heide, zandduinen en vennen. Typische soorten, zoals de boomvalk en de gevlekte orchis, profiteren hiervan.

Via 9 infopunten krijg je meer uitleg over het landschap en zijn geschiedenis. Scan ook zeker de QR-codes die je vindt op de paaltjes voor meer details.

Een prettige wandeling!